In de Ooijpolder in Gelderland is de afgelopen vijftien jaar al geëxperimenteerd met vernieuwende vormen van biodiversiteitsherstel. Er zijn onder andere houtwallen en bloemrijke stroken aangelegd (gevolg: meer wilde bijen) en landbouw en natuur zijn op verschillende plekken met elkaar verweven. Belangrijke succesfactor in deze verschillende experimenten is geweest dat boeren, natuurbeschermers, overheden en bedrijven samen hebben gewerkt aan integrale gebiedsontwikkeling.
In het Living Lab Ooijpolder wordt onderzocht hoe de bestaande pilots en initiatieven de biodiversiteit in het gebied hebben verbeterd. De onderzoekers brengen in kaart wat de belangrijke succesfactoren waren en wat we daarvan kunnen leren voor de Ooijpolder zelf en de rest van Nederland. Ook gaan de onderzoekers samen met de betrokken partijen in het gebied op zoek naar nieuwe verdienmodellen en samenwerkingsverbanden zodat de bestaande successen bestendigd en uitgebreid kunnen worden.
Samenwerking over vakgebieden heen
De wetenschappers die meewerken aan het project komen uit verschillende vakgebieden. Samen met de betrokkenen uit het gebied, kijken ze naar de ecologische effecten van herstelmaatregelen. Het team onderzoekt mogelijkheden voor duurzame financiering en passende wet- en regelgeving vanuit verschillende overheden voor met name de deelnemende agrariërs. Samen kijken de projectleden naar de voorwaarden voor samenwerking tussen belanghebbenden in het gebied en daarbuiten. Het unieke karakter van de regio en de mensen die daar wonen gelden als uitgangspunt.
Deelprojecten
Op dit moment lopen er drie (deel-) onderzoeksprojecten:
Biodiversiteit boven en onder de grond
Dat veel soorten zich rondom de groenblauwe dooradering positief ontwikkelen is een belangrijke aanwijzing voor het succes van deze maatregelen. Dit onderzoek is erop gericht om de effectiviteit van de groenblauwe dooradering ook wetenschappelijk te onderbouwen. Daarbij zal onderzocht worden in hoeverre de effecten van maatregelen verschillen per landschapstype. Met de informatie uit dit onderzoek kan worden ingeschat wat de beste maatregelen zijn in verschillende landschapstypen.
In een tweede onderzoek zal bestudeerd worden wat de biodiversiteit die aanwezig is in de bodem kan betekenen voor de landbouw. Een gezond bodemleven is namelijk een belangrijke voorwaarde voor een vruchtbare bodem. Dit is een voorbeeld van zogenoemde functionele agrobiodiversiteit. Hierbij wordt de natuurlijke soortenrijkdom binnen het agrarische systeem direct of indirect benut binnen het bedrijf. Het bodemleven is voor een deel verantwoordelijk voor de geur van de bodem. Door middels een sensor te “ruiken” aan bodems hopen we een nieuwe manier te ontwikkelen om aan te tonen hoe gezond de bodem is. Lees meer over dit onderzoeksproject: Towards smart soil-sensing: developing a proxy for soil health
Verdienmodellen en ondersteunende wet- en regelgeving
In dit onderzoek zal bestudeerd worden wat de succescondities en belemmeringen zijn bij initiatieven waarbij agrariërs en andere grondgebruikers maatregelen nemen om biodiversiteit te versterken. We onderzoeken waarom bestaande initiatieven in het gebied zijn geslaagd, waarbij speciale aandacht uitgaat naar de rol van wet- en regelgeving en financiële modellen.
Het feit dat agrariërs een vergoeding kregen lijkt bijvoorbeeld een belangrijke reden dat de groenblauwe dooradering op hun percelen
gerealiseerd kon worden. Daarnaast verkennen we hoe agrariërs een hogere vergoeding kunnen krijgen voor hun producten en de diensten die ze leveren. Het gaat daarbij om meer dan alleen een hogere prijs voor een product, zoals (nieuwe) regelingen voor landschapsontwikkeling.
Daarnaast bekijken we maatregelen gericht op functionele agrobiodiversiteit die kunnen leiden tot lagere kosten of meerwaarde voor de bedrijfsvoering. Door verschillende initiatieven met elkaar te vergelijken zullen lessen getrokken worden over de mogelijkheden om vergelijkbare maatregelen elders toe te passen en op te schalen.
Vruchtbare samenwerking
Dit onderzoek richt zich op de samenwerking in het gebied. Een belangrijke voorwaarde voor het behaalde succes is namelijk de gebiedsaanpak: partijen trekken zo veel mogelijk samen op bij nieuwe initiatieven en bundelen daarmee hun kennis en expertise. Tegelijkertijd zetten uiteenlopende nieuwe ruimtelijke opgaven, zoals energieproductie en woningbouw, niet alleen de biodiversiteit steeds meer onder druk, maar ook de mogelijkheid tot samenwerking. Deze ‘ruimteclaims’ worden continu op verschillende lagen van onze samenleving bediscussieerd en onderhandeld. Vaak met winst voor de een en verlies voor de ander. Wat is er nodig voor een constructieve onderhandeling en een vruchtbare dialoog ten behoeve van biodiversiteitsherstel? Het antwoord op deze vraag zal ook initiatieven in andere gebieden handvatten geven voor onderhandeling en samenwerking tussen mensen die vanuit verschillende achtergronden zijn betrokken.
Lees meer over dit onderzoeksproject: Interdependenties in biodiversiteitsherstel