Het gebedenboek van Maria van Gelre is een sleutelwerk uit de Nederlandse kunstgeschiedenis van rond 1400. Door de kwetsbare staat waarin het verkeerde kon het niet worden bestudeerd en tentoongesteld. In 2015 ging het project Gebedenboek Maria van Gelre na een geslaagde crowdfunding officieel van start. De Radboud Universiteit, Staatsbibliothek zu Berlin en Museum het Valkhof werkten vier jaar lang aan de restauratie van het boek, het onderzoek en aan de ontwikkeling van een tentoonstelling. Het onderzoek heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd: duidelijk is nu hoe de miniaturisten te werk gingen, welke pigmenten ze gebruikten, hoe het boek is samengesteld en dat Maria daarbij een belangrijke rol gespeeld heeft. Ook is het gebedenboek online beschikbaar gekomen. Het project werd begin 2019 afgerond.
Maria van Gelre
- Looptijd
- 2015 tot 2019
- Projectleden
- prof. dr. J.B. Oosterman (Johan)
- Projecttype
- Onderzoek
- Organisatieonderdeel
- Representations of the City, Radboud Institute for Culture and History, Faculteit der Letteren
Wie was Maria van Gelre?
Marie d'Harcourt, na haar huwelijk hertogin van Gelre, had een bewogen leven. Geboren in 1380, opgegroeid in de omgeving van het Franse hof, getrouwd met een aanzienlijke hertog, opdrachtgeefster van een uitzonderlijk gebedenboek. Ze overleed kinderloos in of na 1428.
Marie d’Harcourt had al een heel leven achter zich toen ze op 5 mei 1405 in Bastogne trouwde met Reinoud IV, hertog van Gelre. Ze was 25 jaar oud, en zij noch de ongeveer veertig jaar oude Reinoud was voordien getrouwd. Reinoud had als ambitieuze en roekeloze hertog de positie van Gelre verstevigd, de banden met Frankrijk aangehaald en onwettig nageslacht verwekt. De voortzetting van de dynastie was dus niet verzekerd en er werd een huwelijk gearrangeerd met een vooraanstaande prinses die voor nageslacht moest zorgen. Louis d’Orleans, broer van de waanzinnige koning Charles, leverde de forse bruidsschat die terugbetaald moest worden indien het huwelijk kinderloos zou blijven.
Marie d’Harcourt was dochter van Jean VI, graaf van Aumale en Catherine de Bourbon. Ze verbleef aan het hof van Louis als hofdame van zijn echtgenoot, Valentina Visconti, en was dus door en door vertrouwd met de hoogste Franse hofcultuur. We weten bovendien dat ze geschenken uitwisselde met haar oom Jean de Berry, de boekenliefhebber en opdrachtgever van de Gebroeders van Limburg.
Over haar Gelderse jaren is nog relatief weinig bekend, maar ze moet relaties met Frankrijk hebben gehouden. De moord op Louis d’Orleans op 23 november 1407, op instigatie van de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees, moet een schok voor haar zijn geweest. In de jaren nadien heeft ze opdracht gegeven tot het maken van haar uitzonderlijk ambitieuze gebedenboek. We weten dat de kopiist in 1415 klaar was met het noteren van de tekst. Het is niet ondenkbaar dat hij er een jaar of vijf aan had gewerkt. Pas jaren na 1415 moet het boek in alle pracht gereed zijn geweest.
Het huwelijk bleef kinderloos en op 25 juni 1423 overleed Reinoud. De strijd over de opvolging in Gelre brak, zoals ook al eerder, in alle hevigheid los en uiteindelijk raakte de personele unie tussen Gelre en Gulik verbroken. Maria trouwde op 24 februari 1426 met Ruprecht van Berg, de hertog van Gulik. Ze was niet langer hertogin van Gelre.
In haar jaren als weduwe heeft ze haar gebedenboek nog laten uitbreiden, een sterke aanwijzing dat ze het al die jaren gekoesterd en gebruikt heeft. Maar van het uitgebreide gebedenboek en van haar tweede huwelijk, dat eveneens kinderloos bleef, heeft ze niet lang kunnen genieten. We vinden haar voor het laatst vermeld in een brief gedateerd 9 oktober 1428; in 1434 was ze zeker gestorven, zo blijkt uit een acte. Ze werd begraven in Nideggen, tussen Aken en Bonn, in het zuiden van het hertogdom Gulik (Jülich).
Wat is een gebedenboek?
Een gebedenboek is kort gezegd een boek om uit te bidden met heel veel verschillende teksten voor alle momenten van de dag en alle dagen van het jaar.
Een gebedenboek is simpelweg wat de naam al aangeeft: een boek vol gebeden. Waar we tegenwoordig meer bekend zijn met het spontane gebed of het schietgebed, hechtten mensen in de middeleeuwen aan gebeden die een lange traditie hadden. Heel belangrijk was het getijdengebed, een vorm die eerst alleen beoefend werd door religieuzen, maar in de latere middeleeuwen enorm populair werd onder leken. De dag werd verdeeld in acht (of soms zeven) ‘getijden’, en op elk ‘uur’ werd volgens voorgeschreven teksten en formules gebeden. Hiermee voldeed men aan de opdracht van Paulus om onophoudelijk te bidden (1 Thessalonicenzen 5:17), een opdracht die nog eens benadrukt werd in de kloosterregel van Benedictus. De Psalmen van David, een omvangrijke collectie ‘gebeden’ uit het Oude Testament, stonden hierbij centraal. Getijden en andere gebeden rond de psalmen, komen voor in het Weense gedeelte van het boek van Maria van Gelre. Daar bevinden zich bijvoorbeeld de zogenoemde Getijden van de Eeuwige Wijsheid.
Naast het getijdengebed waren er in de middeleeuwen talloze andere gebeden, waarbij eindeloos gevarieerd kon worden met onder andere verschillende manieren van gebed, verschillende personen die aangeroepen konden worden (God de Vader, Jezus, Maria, de heiligen, etcetera), de lengte van het gebed, en het karakter van het gebed (algemeen of persoonlijk). Zo is de eerste tekst die we tegenkomen in het Berlijnse handschrift een lange (ruim 40 bladzijden) aanroeping van Jezus en Maria waarbij alle momenten van het Lijden van Christus uitgebreid worden herinnerd. Een gebed met een duidelijk persoonlijk karakter is een gebed dat Maria van Gelre kon bidden voor haar man, Reinoud.
Gebedenboek van Maria van Gelre
Maria van Gelre liet aan het begin van de vijftiende eeuw een uitzonderlijk boek maken. Het geldt als hoogtepunt van de boekproductie uit de Noordelijke Nederlanden rond 1400, en het is de belangrijkste middeleeuwse kunstschat uit Gelderland.
Meer dan negenhonderd bladzijden, een geïllustreerde kalender, zo’n honderd miniaturen en talrijke kleine drôlerieën in de marge geven dit gebedenboek een luxe uitstraling. Het werd gekopieerd in Arnhem en de verluchting is waarschijnlijk in Nijmegen tot stand gekomen. Het boek is al ruim dertig jaar geleden uit de band gehaald en wordt nu in de vorm van losse bladen bewaard in de Staatsbibliothek Berlijn (een kleiner deel, 160 bladzijden zonder miniaturen, bevindt zich in de Österreichische Nationalbibliothek te Wenen).
Het boek is in 1415 gekopieerd door Helmich die Lewe, broeder in het Arnhemse klooster Mariënborn, voor Maria van Harcourt, hertogin van Gelre en Gulik, en getrouwd met Reinout van Gelre. Ondanks haar Franse achtergrond bestelde Maria een zeer omvangrijk boek in een sterk Nederduits gekleurde taal. Zowel door de omvang als door de keuze aan teksten is het in tekstueel opzicht volstrekt uniek. Veel van de teksten lijken speciaal voor dit boek geschreven of vertaald, al zijn ze vaak te verbinden met wél bekende teksten. In elk geval getuigen ze van een hoog ontwikkelde letterkundige en devotionele cultuur.
Ook de verluchting is uitzonderlijk, zowel in stilistisch als iconografisch opzicht. We zien er invloeden uit belangrijke internationale centra van boekverluchting – Utrecht, Brugge, Parijs – die samenkomen in een heel eigen beeldtaal.
Tentoonstelling
De tentoonstelling Ik, Maria van Gelre. De hertogin en haar uitzonderlijke gebedenboek was van 13 oktober 2018 tot en met 6 januari 2019 in Museum Het Valkhof in Nijmegen te zien.
Gebedenboek online
Een verborgen schat toegankelijk maken, was een van de belangrijkste doelen bij de crowdfunding voor het gebedenboek van Maria van Gelre. Een belangrijke stap was de online beschikbaarheid van het gebedenboek. Sinds maandag 19 juni 2017 is het voor iedereen mogelijk om de rijkdom te aanschouwen, de teksten te lezen en te genieten van de zeshonderd jaar oude pracht. Van 13 oktober 2018 tot 6 januari 2019 was een gedeelte van dit bijzondere boek te zien op een tentoonstelling in Museum het Valkhof.
De digitale presentatie van het gebedenboek van Maria van Gelre maakte deel uit van de samenwerking tussen de Staatsbibliothek zu Berlin, de Radboud Universiteit en Museum het Valkhof Nijmegen om het gebedenboek toegankelijk te maken door conservering, digitalisering, onderzoek en een tentoonstelling. Het project ging in 2015 van start, de tentoonstelling vond plaats van 13 oktober 2018 tot 6 januari 2019, en er verscheen in 2020 een afsluitende wetenschappelijke publicatie.
De digitale presentatie van het gebedenboek is bedoeld om het brede publiek toegang te bieden tot een van de mooiste en belangrijkste handschriften uit de Noordelijke Nederlanden uit het begin van de vijftiende eeuw. De meta-data, die zijn gebaseerd op onderzoek door dr. Miranda Bloem, dr. Ad Poirters en prof. dr. Johan Oosterman, geven informatie over de tekstuele inhoud van het boek en over de verluchting. We hebben ervoor gekozen de meta-data in het Engels te geven vanwege de grotere internationale toegankelijkheid. Alle afzonderlijke teksten zijn vermeld, waarbij steeds het incipit en de rubriek, en zo mogelijk ook het Latijnse voorbeeld, zijn gegeven.
De gehistorieerde initialen, de drôlerieën en de miniaturen zijn allemaal vermeld en beknopt beschreven. Tevens is vermeld aan welke verluchter de miniaturen worden toegeschreven volgens de huidige stand van het onderzoek. Tenslotte biedt deze online-presentatie een volledige transcriptie van het gebedenboek. Deze transcriptie is gemaakt door Joanka van der Laan en gecollationeerd door Johan Oosterman.
De digitale opnamen van het gebedenboek zijn gemaakt in Berlijn. Voor technische specificaties verwijzen we graag naar de online-versie die op de website van de Staatsbibliothek zu Berlin beschikbaar is. We danken Dr. Robert Giel en Prof.dr. Eef Overgaauw van de Staatsbibliothek zu Berlin voor de goede samenwerking die het mogelijk heeft gemaakt het boek in Nijmegen digitaal beschikbaar te stellen, voorzien van uitvoerige meta-data en transcripties. De meta-data en transcripties zijn ingevoerd in een database door Elke Cremers, Klinte de Rijck en Hilde van Wanroij. De Universiteitsbibliotheek Nijmegen heeft deze online versie van het gebedenboek gefaciliteerd. Laura Groenhuijzen en Caroline Coeleman hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld.
Partners
Het project Gebedenboek Maria van Gelre ging van start gegaan met crowdfunding. Ongeveer 350 particulieren brachten samen meer dan €30.000 bijeen. De belangrijkste partners in dit project waren de Radboud Universiteit, de Staatsbibliothek zu Berlin en Museum het Valkhof. Medewerkers van deze instellingen leverden een belangrijke bijdrage aan het onderzoek en aan de tentoonstelling die eind 2018 van start ging. Daarnaast hebben we substantiële bijdragen ontvangen van NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Alfa Meerwaarde), de Ernst von Siemensstiftung (die het techisch onderzoek in Berlijn mogelijk maakt), de Stichting Art, Books and Collections, de Stichting SSN Nijmegen.
- Radboud Universiteit Nijmegen
- Staatsbibliothek zu Berlin
- Museum het Valkhof
- NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Alfa Meerwaarde)
- De Ernst von Siemensstiftung
- De Stichting Art, Books and Collections
- De Stichting SSN Nijmegen