In Nederland groeien de meeste kinderen eentalig op, maar de meertalige minderheid is aanzienlijk en wordt door toenemende immigratie steeds groter. Ook eentalige kinderen komen op jonge leeftijd steeds vaker in aanraking met andere talen dan het Nederlands. Dit kan door contact met hun tweetalige klasgenoten of door het leren van een tweede taal op school.
Het tweetalig basisonderwijs zit de afgelopen jaren in de lift. Bijna één op de vijf basisscholen in Nederland biedt vanaf groep 1 al een vreemde taal aan, meestal ongeveer een uur in de week en meestal het Engels. Op een kleine twintig scholen wordt het Engels zelfs tot 50% van de onderwijstijd als doeltaal gebruikt. Ook in de kinderopvang wordt nu met meertalig taalaanbod geëxperimenteerd. Door vroeg en veel aanbod te bieden in een vreemde taal, zo is de gedachte, voeden we kinderen in Nederland op tot meertalige Europese burgers, waardoor we hun toekomstperspectief vergroten.
De aandacht voor meertaligheid in het onderwijs betreft echter niet altijd alleen het aanbieden van talen met een hoog aanzien, zoals het Engels. Vanuit leerkrachten en lerarenopleidingen is er steeds meer interesse voor een veeltalige aanpak van het onderwijs. Zo’n aanpak houdt in dat de thuistalen van leerlingen ook een plek krijgen in de klas, bijvoorbeeld door vergelijkingen te maken tussen talen, of door leerlingen kennis te laten maken met elkaars talen. De meertaligheid die al aanwezig is in de klas wordt dus als rijkdom gezien, waaruit de leerkracht kan putten om het taalonderwijs - voor alle leerlingen, niet alleen de meertaligen - te bevorderen. Dit kan verschillende doelen hebben, waaronder het verbeteren van attitudes tegenover taaldiversiteit en het ondersteunen van de thuistaal van anderstalige leerlingen. Dit zorgt uiteindelijk voor betere taalontwikkeling in beide talen (ook het Nederlands dus) en vergroot daarmee ook de kansen op succes in het onderwijs van deze kinderen.
Meertaligheid is dus hot en er wordt op basisscholen steeds meer over gesproken. Om dit gesprek te vergemakkelijken hebben wij drie korte animatieclips over meertaligheid ontwikkeld. Hiermee willen wij basisschoolleerlingen (groep 5 t/m groep 8) en hun leerkrachten in eerste instantie informeren over de wetenschappelijke bevindingen rond meertaligheid. Verder willen wij door middel van suggesties voor nadere verdieping en verwerkingsactiviteiten een constructieve dialoog en bewustwording over meertaligheid teweegbrengen bij de kinderen en hun leerkrachten. Zodoende hopen wij ze op een bewuste manier te laten ervaren hoe fascinerend en alomtegenwoordig meertaligheid wel niet is.