Negatieve cognitieve vertekeningen, zoals aandachtsvertekeningen, interpretatievertekeningen en vertekeningen in het geheugen, spelen een essentiële rol in het ontstaan, de ontwikkeling en het behoud van emotionele stoornissen en onafhankelijkheidsverschijnselen. Volgens de gecombineerde cognitieve vooringenomenheid hypothese werken deze cognitieve vooringenomenheden niet geïsoleerd, maar beïnvloeden en interageren ze met elkaar en worden ze geacht samen te werken bij emotionele stoornissen.
Verschillende studies hebben de correlatie tussen deze vooroordelen aangetoond, maar slechts minimale studies richtten zich op het causale effect tussen vooroordelen. Met andere woorden, het is onduidelijk of aandachts-, interpretatie- en geheugenvooroordelen elkaar causaal beïnvloeden. Het bestuderen van het mogelijke causale verband tussen vertekeningen is belangrijk.
Het leidt tot een beter begrip van het onderliggende mechanisme van emotionele en onafhankelijkheidsstoornissen en zou kunnen helpen bij het ontwikkelen van meerdere behandelingen gericht op gecombineerde cognitieve vertekeningen om in te grijpen in de gerelateerde symptomen. Daarom gebruiken we een theoretisch innovatieve benadering (d.w.z., gecombineerde cognitieve bias theorie) en gemengde methoden (d.w.z., meerdere paradigma's en experimentele settings) om verder te onderzoeken hoe biases met elkaar interageren, en hoe ze emotionele en onafhankelijkheidsstoornis symptomen zouden kunnen beïnvloeden.