Vanwege de grote invloed die de mensheid op de planeet heeft, hebben geologen gesteld dat we ons nu in het geologische tijdperk van de mensheid bevinden: het Antropoceen. Het is echter niet duidelijk hoe we onszelf kunnen begrijpen als geologische agenten, gezien de grote tijdschalen die hiermee gepaard gaan. Als antwoord wordt vaak aangevoerd dat de verbeelding ons zou kunnen helpen het abstracte geowetenschappelijke kader te begrijpen.
Uitgaande van een verzameling romans over klimaatverandering, onderzoekt dit project of en hoe literatuur het mens-zijn in het Antropoceen een gezicht kan geven. Het onderzoekt hoe klimaatveranderingsromans formele verhaalelementen zoals plot innoveren, terwijl het ook de status van fictie op een opwarmende planeet uitdaagt.
Uiteindelijk draagt dit project bij aan de toegang van literatuurwetenschap tot ecologische kwesties, terwijl het ook de waarde verdedigt van de unieke capaciteiten van literatuur om zich een andere voorstelling te maken van wat het betekent om mens te zijn in het Antropoceen.