Psycho-educatie is een algemeen onderdeel van veel psychologische en pedagogische interventies en therapieën, met als doel mensen te betrekken, te informeren en op te voeden. Het gebruik van psycho-educatie impliceert de noodzaak om mensen in wetenschappelijke termen te onderwijzen over hun eigen (problematische) situatie en hun eigen ervaring. Dit roept vragen op over de relatie tussen de leek, die bepaalde kennis over zichzelf lijkt te missen, en de expert, die in staat lijkt te zijn om de leek te helpen zichzelf en zijn eigen gedrag te begrijpen - gebaseerd op kennis die door wetenschappelijk onderzoek tot stand is gekomen.
In deze zin kan psycho-educatie gebruikt worden om de inherente dynamiek van wetenschappelijke kennis, klinische praktijk en de cliënten zelf te bestuderen. Door uit te gaan van een dergelijke dynamiek, in plaats van passieve kennisoverdracht, kunnen vragen worden gesteld over de manier waarop wetenschappelijke theorieën (bijvoorbeeld over geestelijke gezondheid) en hun praktische toepassingen hun studieobject zelf veranderen en vormgeven. Dergelijke recursieve mechanismen roepen verdere vragen op over de ethische aspecten rond de praktijk van psycho-educatie, zoals macht en verantwoordelijkheid, en de rol van waarden en normen binnen wetenschappelijke kennis(overdracht).
De hoofdvraag van het onderzoeksproject is hoe we de functie en betekenis van psycho-educatie binnen de normatieve laag van de gedragswetenschap, het belang ervan voor de klinische praktijk en de impact ervan op de samenleving en individuen, het beste kunnen begrijpen.