Recente mislukkingen bij het luisteren naar en helpen van burgers in een kwetsbare positie (denk aan het kinderbijslagschandaal) hebben aangetoond hoe complex en noodzakelijk het is dat overheidsinstanties een meer reactiegericht en reflexief sociaal beleid en sociale diensten ontwikkelen. Dit geldt met name voor regelgevende instanties (bv. de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugdzorg of de Inspectie Justitie en Veiligheid) die de kwaliteit en veiligheid van overheidsdiensten moeten waarborgen. Om een dergelijke reflexieve wending mogelijk te maken, moeten de burger-gebruikers de maatstaaf van het regelgevingsbeleid worden. Het doel van de RUN-studie is reflexieve regelgeving te ontwikkelen, met behulp van narratieve methoden, waarbij de gebruikers van de diensten centraal staan en de verantwoordingsplicht en de dialoog worden versterkt.
Het RUN-consortium bestaat uit de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit. Elke universiteit richt zich op een specifieke doelgroep: Radboud Universiteit richt zich op kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen en hun ouders/verzorgers. De Rijksuniversiteit Groningen richt zich op laagopgeleiden die werkloos zijn. De Erasmus Universiteit richt zich op mensen met dementie en hun mantelzorgers. Het RUN-consortium werkt samen met een breed scala aan maatschappelijke en publieke organisaties, zoals inspecties en belangenorganisaties, zoals Alzheimer Nederland, Zorgbelang Inclusief, MIND en Stichting Lezen en Schrijven.