Het beheersysteem voor dieren richt zich op de gezondheid, het welzijn en de rechten van individuele dieren. Het biodiversiteitsbeheer richt zich op het behoud van soorten. Het is onvermijdelijk dat deze bestuurssystemen met elkaar overlappen en op elkaar inwerken, wat resulteert in synergieën en trade-offs. Het project onderzoekt kwesties waar trade-offs bijzonder duidelijk zijn als het gaat om kwesties van dierethiek in natuurbehoud: zogenaamde invasieve uitheemse soorten, rewilding en niet-zelfvoorzienende jacht.
Het project analyseert relaties tussen bestuurssystemen op alle bestuursniveaus, van mondiaal tot lokaal. Op nationaal niveau richt ze zich momenteel op Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Kenia en Zuid-Afrika. Er wordt gebruik gemaakt van een Integrative Governance raamwerk, waarbij gebruik wordt gemaakt van interdisciplinaire literatuur, waaronder politieke en natuurwetenschappen, meer dan menselijke geografie, kritische feministische en posthumanistische theorie. De relaties worden verklaard aan de hand van vier clusters van verklarende factoren: discoursen, instellingen - de regels die het bestuur beïnvloeden, actoren - de betrokken mensen en organisaties, en bredere maatschappelijke structuren. Het project kijkt uit naar hoe transformatieve verandering voor dieren in natuurbescherming eruit zou kunnen zien.