In het afgelopen decennium hebben technologische vorderingen gezorgd voor substantiële digitalisatie van de zorg. De effectiviteit van applicaties die digitaal gezondheid en leefstijl monitoren, is het hoogst in de groep van jongeren met een hoge sociaaleconomische status (SES) die technologisch vaardig zijn. Voor de groep van mensen met lage SES (2,5 miljoen mensen) zijn deze toepassingen minder snel gebruiken, terwijl dit juist de mensen zijn die er de meeste behoefte aan hebben.
De groep mensen met een lage SES heeft moeite met het begrijpen van eHealth- applicaties, waardoor de acceptatie laag is en er weinig gebruik van wordt gemaakt. Deze eHealth-applicaties maken voornamelijk gebruik van dashboards die grafieken en trendlijnen weergeven die voor mensen met een lage SE moeilijk te interpreteren zijn. Feedback wordt vaak niet in de juiste bewoording en de juiste vorm op het optimale tijdstip gepresenteerd waardoor het risico ontstaat dat gebruikers gedemotiveerd raken door te negatief of onbegrijpelijke feedback.
De partners van STUFF-4-Life ontwikkelen toepassingen die gebruikers helpen om hun zelfredzaamheid te vergroten, om monitoring en voortgangsrapportage in de GGZ te faciliteren, om de fysieke en mentale fitheid van medewerkers te verbeteren en om maatschappelijke participatie te vergroten via gedragstrainingen door middel van Virtual Reality.
In dit project onderzoeken we hoe deze toepassingen geschikter kunnen worden gemaakt voor mensen met lage SES door feedback aan gebruikers aan te bieden op een wijze die past bij hun belevingswereld. Hierdoor voelen mensen zich meer vertrouwd met eHealth- applicaties en kan er beter gestuurd worden op positieve gedragsverandering. De activiteiten richten zich voornamelijk op vroegtijdige signaleren van acute gezondheidsproblemen en op het begrijpelijk maken van de inzichten die verkregen worden uit de applicaties.