In Nederland nam de literaire belangstelling voor regionale gewoonten en identiteiten halverwege de negentiende eeuw toe. Negentiende-eeuwse regionale literatuur - of streekliteratuur - wordt vaak gelezen in de context van de opkomst van het nationalisme. Hoewel dit ongetwijfeld van invloed is geweest op regionale literatuur, was regionale literatuur ook diep ingebed in transnationale praktijken, zowel in het negentiende-eeuwse literaire veld als in de samenleving. Streekliteratuur werd veel gelezen en vertaald, en richtte zich vaak op thema's als toerisme, (economische) migratie en internationale handel. Dit onderzoeksproject benadert daarom negentiende-eeuwse Nederlandse streekliteratuur vanuit een transnationaal perspectief, gezien de grensoverschrijdende circulatie en receptie ervan en de reflectie op transnationale verhoudingen en interacties in de eigentijdse regio. Het bestudeert het contemporaine discours rond regionalisme in fictie en richt zich op thema's als reizen en toerisme, taal en vertaling, economische uitwisseling en de rol van religie. Door te focussen op de transnationale dynamiek van en binnen streekliteratuur, wil dit project bijdragen aan een bewustzijn van de (productieve) frictie tussen het regionale, het nationale en het mondiale in de literaire verbeelding van plaats in de Nederlandse negentiende eeuw.
Auteurs die in dit project aan bod komen zijn onder andere: J.J. Cremer; C. Van Schaick; Emile Seipgens; H.H.J Maas; Josef Cohen
Dit project maakt deel uit van het hoofdproject Redefining the Region: De transnationale dimensies van de streek (P.I. Prof. Marguérite Corporaal).