Dagelijks komen we in aanraking met tientallen beveiligingssystemen. Bijvoorbeeld als we een berichtje versturen via WhatsApp, als we onze bankpas gebruiken of als we inloggen op een website. De meeste van die systemen maken gebruik van een combinatie van twee soorten cryptografie: symmetrische en asymmetrische cryptografie.
Symmetrische cryptografie zorgt ervoor dat je berichten en andere data kan beveiligen tegen afluisterende partijen of mogelijke wijzigingen, door ze te versleutelen aan de zenderzijde en ontsleutelen aan de ontvangerzijde. Iemand die de versleutelde boodschap of data onderschept, kan er niets mee zonder de juiste cryptografische sleutel. Bij het toepassen van asymmetrische cryptografie heeft elke gebruiker twee sleutels: een publieke, die openbaar gedeeld kan worden, en een privé-sleutel die met niemand gedeeld wordt. Met de publieke sleutel kan de zender een code versleutelen voor een bepaalde ontvanger. Die ontvanger kan vervolgens de code ontsleutelen met de eigen privé-sleutel.
Sneller, veiliger
Deze asymmetrische cryptografie vereist speciale hardware voor het vermenigvuldigen van grote getallen, die essentieel zijn in het ontwikkelen van veilige cryptografische versleutelingen. Joan Daemen, hoogleraar Symmetrische Cryptografie, en Bart Mennink gaan onderzoeken hoe symmetrische cryptografie gebruik kan maken van speciale hardware (zogenaamde coprocessoren) die nu alleen door de asymmetrische cryptografie worden gebruikt. Dat moet ervoor zorgen dat ook deze vorm van cryptografie profiteert van veiligere, sneller-te-genereren sleutels.