De administratieve afhankelijkheid van het strafrecht ontstaat doordat het bestuur de materiële normstelling van de strafbepaling vaststelt. Zo bepaalt het bestuur bijvoorbeeld dat en welke inlichtingen dienen te worden verschaft, of in welk gebeid de burger niet mag komen. Het strafrecht ziet zich hier met normstelling uit het bestuursrecht geconfronteerd. dit gegeven staat op gespannen voet met het uitgangspunt dat het materiële strafrecht niet is gebonden aan theorieën en begrippen uit andere rechtsgebieden; de autonomie van het materiële strafercht. Tegelijkertijd functioneert het strafrecht al jaren niet meer volledig geïsoleerd, omdat sommimge strafbaarstelling als gezegd van bestuurlijke normering afhankelijk zijn. daarmee belandt het steeds complexer wordende bestuursrecht op het bord van de strafrechter.
In onderhavig promotieonderzoek staat de wisselwerking tussen het straf- en bestuursrecht centraal en wordt gezocht naar mogelijk oplossingen voor fundamentele en dogmatische problemen.