Blog 5: NWO en de ‘Fear of missing out’
Ik heb - om het voorzichtig uit te drukken - 'gemengde gevoelens' over NWO's Talentprogramma en de organisatie van onderzoeksfinanciering in het algemeen. De carrièrelimieten die NWO's Talentprogramma oplegt, dwingen onderzoekers om voorstellen in te dienen, of het nu goed voelt voor hun situatie of niet, omdat het slecht zou zijn voor hun carrière als ze de kans zouden missen.
Het kan zijn dat ze een ander onderzoeksproject aan het afronden zijn (zoals ik) en liever de tijd nemen om dat project goed af te ronden dan meteen in het volgende projectvoorstel te duiken. Het kan zijn dat ze een gezin stichten en een groter onderzoeksproject liever een paar jaar uitstellen. Het kan zijn dat ze een geweldig idee hebben, maar dat ze eerst een basis moeten leggen voordat ze de commissies ervan kunnen overtuigen dat ze het idee kunnen uitvoeren.
De huidige opzet van Veni-Vidi-Vici laat weinig tot geen ruimte voor reflectie tussen het ene project en de volgende aanvraag. Veel belangrijker is dat het duidelijk bewezen effect van het (nipt) missen van de Veni op de rest van je carrière laat zien dat NWO een steile helling naar succes in subsidieaanvragen heeft gecreëerd. Mis de eerste en de tweede en derde worden steeds onwaarschijnlijker. De introductie van vooraanvragen verergert de situatie alleen maar, waarbij het narratieve CV nu zo dominant is in de selectie dat het onderzoeksidee gereduceerd wordt tot slechts 150 woorden.
Nu ik de eerste stap heb gezet, de Veni, zou het dom van me zijn om de volgende stap, de Vidi, niet te proberen. Het zou een gemiste kans zijn. Ik verwaarloos dus publicaties die ik aan het maken ben voor mijn Veni ten gunste van nieuwe projectideeën voor een Vidi-aanvraag. Om eerlijk te zijn geniet ik daar best van. Het is leuker om te dromen dan om geconfronteerd te worden met de realiteit van verfijnen en copy-editen. Toch voel ik me in tweestrijd: Ik wil een goed product afleveren met deze o zo kostbare onderzoeksprojecten.
Erkennen & Waarderen raakt aan alle aspecten van de academische wereld - zoveel is duidelijk - en dit vertraagt natuurlijk de implementatie ervan. Maar terwijl we worstelen met een overvloed aan laaghangend fruit, moeten we ons niet laten ontmoedigen en blijven proberen de barrières te doorbreken die individuele universiteiten overstijgen en een nationale aanpak vereisen.
De carrièrelimieten die worden opgelegd door het NWO-Talentprogramma bevorderen niet de beste wetenschap, ze bevorderen geen grondig afgeronde projecten en ze bevorderen geen eerlijke beoordeling van onderzoeksideeën in plaats van de CV's van onderzoekers.
Dus mijn dilemma: neem ik de tijd om lopend onderzoek af te ronden of geef ik prioriteit aan mijn kans op de Vidi? Of kies ik ervoor, als onderzoeker die bedenkingen heeft bij het hele systeem, om helemaal niet mee te doen? Natuurlijk is er niet écht een keuze. We hebben beurzen nodig om onze grootse onderzoeksplannen te financieren en dus sprinten jonge academici voort om het tempo van de onderzoeksfinanciering bij te houden. Ik hoop echter dat NWO eens goed zal kijken naar de carrièrelimieten en tot de conclusie zal komen dat er betere manieren zijn om excellent onderzoek aan te moedigen en te ondersteunen.
~ Shari Boodts