Elk studiejaar van de bachelor Algemene Cultuurwetenschappen bestaat uit twee semesters van achttien weken. Ieder semester heeft weer twee periodes van negen weken, die worden afgesloten met essays, presentaties en tentamens. Aan elk vak is een aantal studiepunten, EC (European Credits), gekoppeld. 1 EC staat gelijk aan een studielast van 28 uur.
Meerdere blikken op kunst en cultuur
In het eerste jaar maak je kennis met verschillende vormen van kunst en cultuur, van de oude Grieken tot nu. We vinden diepgang belangrijk: we leiden specialisten op met goede vakkennis, die een onderbouwde eigen visie hebben. We kiezen voor een geografische focus: Europa en de beide Amerika's - hoewel casussen uit andere regio's ook zeker aan bod komen. Omdat je je in verschillende kunstdisciplines verdiept, krijg je een veelzijdig perspectief op kunst en cultuur. Je gaat op pad om kunst te bekijken; je bezoekt regelmatig musea, theaters, concertzalen en bioscopen. Je maakt kennis met de verschillende kanten van het vakgebied en werkt aan je academische vaardigheden, zoals het zoeken en analyseren van literatuur, het schrijven van werkstukken en het geven van presentaties.
Eigen interesse en bachelorwerkstuk
In het tweede en derde jaar bouw je je kennis verder uit en verdiep je je in de onderwerpen die jij het meest interessant vindt. Aan het einde van het derde jaar kun je zelfstandig onderzoek doen en schrijf je hierover een bachelorwerkstuk. In veel cursussen krijg je college van mensen die in de cultuursector werken en met je studiegenoten bezoek je regelmatig culturele instellingen om te zien hoe het er in de praktijk aan toegaat.
Onderwijsvormen
Een vorm van een college waarbij mondelinge overdracht van leerstof plaatsvindt. Een hoorcollege wordt gegeven door één of meerdere docenten.
Het verzamelen van (nieuwe) informatie om de kennis te vergroten.
Een vorm van college waarbij de student onder begeleiding aan leeropdrachten werkt, meestal in groepsverband.