Het minorprogramma van 30 EC is verdeeld over het eerste semester, die plaatsvindt van september tot en met januari. Het semester bestaat uit twee perioden. Onderwijs op de Radboud Docenten Academie, stageactiviteiten en toetsing zijn per periode vormgegeven rond een centraal thema.
In de eerste periode richt je je met name op het leren van de (individuele) leerling; in de tweede periode bekwaam je je in het lesgeven in klassenverband. Daarnaast is er een ontwikkeling van onderdelen van lessen naar grotere onderwijseenheden (lessen en lessenreeksen). In het begin van het programma werk je aan de hand van een concrete methode; aan het eind ontwerp je zelf onderdelen van leerarrangementen.
Als leraar moet je volgens de wet aan bepaalde bekwaamheidseisen voldoen, die te maken hebben met drie rollen die je binnen het beroep van docent vervult. Deze rollen zijn:
- Vakdidactisch specialist: je bent een academicus die de inhoud van zijn vak beheerst en die weet hoe je die vak inhoud het beste kunt vertalen naar onderwijs dat toegesneden is op verschillende doelgroepen van leerlingen in het VO. Deze rol wordt uitgewerkt in de onderwijslijn ‘Vakdidactiek’ (VD).
- Pedagoog: je bent naast vakinhoudelijk ook pedagogisch onderlegd, zodat je jongeren (adolescenten) kunt ondersteunen in de ontwikkeling die ze doormaken. Je bent, kort gezegd, tot op zekere hoogte ook opvoeder. Deze rol wordt uitgewerkt in de onderwijslijn ‘Algemene Didactiek’ (AD).
- Professional: je bent een werknemer die kan functioneren in een team. Dat team omvat niet alleen de collega-docenten van je eigen vak, maar ook de andere docenten en zelfs de hele school als professionele organisatie. Van jou als academicus wordt verwacht dat je de potentie hebt om daar een dynamische en initiatiefrijke functie in te vervullen. Daarnaast ben je zelfsturend in de ontwikkeling van jouw professionele identiteit. Deze rol wordt uitgewerkt in de onderwijslijn ‘Persoonlijke Professionele Ontwikkeling’ (PPO).
De Educatieve Minor geeft je een basis om deze rollen zelfstandig te vervullen en in je verdere carrière ten volle te ontplooien.
Programma
Bij Algemene Didactiek (AD) krijg je te maken met hoorcolleges die in principe minor breed worden gegeven, omdat de thema's voor alle vakgebieden relevant zijn. De werkcolleges kunnen in kleinere groepen worden gegeven. Tijdens werkcolleges zit je over het algemeen in vakoverstijgende groepen, dat wil zeggen samen met studenten uit een ander schoolvak.
De colleges in de lijn Professionele Persoonlijke Ontwikkeling (PPO) hebben een flexibele inhoud die aansluit op je persoonlijke ontwikkeling. Meestal worden deze colleges in kleinere groepen van ongeveer vijftien studenten gegeven.
Tijdens de colleges Vakdidactiek (VD) zit je in de regel alleen met de medestudenten uit je eigen schoolvak in een groep. Sommige vakdidactische colleges hebben een overkoepelend thema waarbij groepen van verschillende verwante schoolvakken samen zitten.