Ervaringen
Als je interesse hebt in natuurwetenschappen, maar nog niet zeker weet welke richting je op wilt, dan is Science een goede optie omdat het een brede studie is waar je met veel disciplines in aanraking komt.
- Vooropleiding
- Enseignement Secondaire Général, Division Technique Générale
- Opleiding
- Natural Sciences
- Land van vorige opleiding
- Luxembourg
Wat spreekt je aan in de opleiding en waarom?
Wat mij vooral aanspreekt bij de opleiding Science is dat het een brede studie is waar je met scheikunde, biologie, wiskunde en natuurkunde in aanraking komt, en je veel keuzeruimte hebt voor je verdere studieverloop.
Hoe ervaar je de sfeer binnen de studie?
Er is een heel aangename sfeer binnen de studie met veel ondersteuning als je ergens niet verder komt. Iedereen helpt elkaar waar het kan en de studenten staan open voor anderen.
Wat vind je het meest uitdagend aan de opleiding?
Voor mij zijn de natuurkunde vakken best wel uitdagend, maar ook de planning van andere vakken rond de praktische laboratorium vakken, omdat deze veel tijd in beslag nemen.
Hoe is de begeleiding binnen de studie?
De begeleiding binnen de studie is heel erg goed. De studieadviseurs helpen je met het structureren van je rooster per kwartaal zodat het voor jou het beste te doen is. Ze kijken ook mee met welke keuzevakken het beste zijn voor jouw specialisatie en wellicht de master later. Verder staan docenten vrijwel altijd open voor vragen en hulp. In ieder geval is er altijd iemand om je te helpen als je ergens vast loopt.
Wat wil je gaan doen na het afronden van de opleiding?
Ikzelf doe de biologisch-chemische richting waarmee ik later hoop in de Farmacologie te kunnen werken nadat ik mijn opleiding af heb gerond.
Waarom heb je voor de Radboud Universiteit gekozen?
Op de open dag waren de studenten en medewerkers van de Radboud heel erg open en verwelkomend. Ook vond ik de campus en het Huygensgebouw heel mooi zodat ik me goed kon voorstellen om in toekomst een van die studenten te worden die daar studeren. Daarnaast staat de Radboud Universiteit internationaal goed bekend.
Wat vind je leuk aan Nijmegen?
Nijmegen is in mijn ogen een van de leukste studentensteden omdat er altijd iets leuks te doen is in de stad. Je kunt er lekker winkelen en eten of samen iets gaan drinken na een lange studiedag. Ook is de natuur niet ver weg om eens een wandeling door het bos te maken of gewoon lekker op het strand bij de Waal te zitten.
Ben je betrokken bij een studievereniging?
Ik ben lid van de studievereniging van Science, Leonardo Da Vinci en ik ben begunstiger bij de studievereniging van Natuur- en Sterrenkunde, Marie Curie.
Welke voorlichtingsactiviteiten vond je waardevol en waarom?
De Open Dag en de Meeloopdag vond ik waardevolle voorlichtingsactiviteiten omdat je dan in contact komt met studenten van de opleidingen en je de gebouwen en de campus van de universiteit van binnen ziet. Bij de Meeloopdag kun je ook nog bij hoorcolleges en werkcolleges van vakken van de opleidingen aanwezig zijn, en meemaken hoe het is.
Wat voor advies zou jij mee willen geven aan toekomstige studiekiezers?
Als je interesse hebt in natuurwetenschappen, maar nog niet zeker weet welke richting je op wilt, dan is de studie Science een goede optie omdat deze studie breed is, je met veel disciplines in aanraking komt en veel keuzevrijheid hebt voor welke richting je op wilt.
In panoramavakken denk je samen met studenten van andere studierichtingen na over de maatschappelijke waarde van wetenschap.
- Opleiding
- Natural Sciences
Fijnstofmeter AeroCount bestaat uit een vierkant zwart ‘doosje’ van ruim 10 bij 10 centimeter vol slimme technologie. Via je mobiele telefoon of laptop meldt het apparaatje wat het fijnstofgehalte is in de lucht. ‘Simpel gezegd bestaat de meter uit verschillende sensoren, die lucht aanzuigen en de concentratie van fijnstof, de temperatuur en de luchtvochtigheid meten’, vertelt Beate Stevens. ‘Aan die sensoren hebben we het een en ander zelf ontwikkeld.’
Startup AeroCount
Veel meer technische details wil Beate Stevens, directeur van startup AeroCount niet kwijt. Dat zou concurrenten maar op ideeën brengen, verklaart ze met een glimlach. Ze benadrukt dat AeroCount de fijnstofmeter zelf in Nijmegen produceert en dat er wordt gewerkt aan een nieuw product een prototype voor een fijnstoffiltersysteem voor bedrijven. ‘Daar is vraag naar.’
Als student Science aan de Radboud Universiteit Nijmegen verdiepte Beate Stevens zich in haar derde studiejaar in het meten van luchtkwaliteit, met name fijnstof. Dat gebeurde tijdens de ‘panoramavakken’. Zelf combineerde Beate Stevens natuur- en scheikunde en daar kwam het vak Food & Health bij.
Wetenschap naar maatschappij
Studenten van verschillende studierichtingen denken tijdens de panoramavakken in groepjes na over wat de maatschappelijke waarde van wetenschappelijke kennis kan zijn. ‘We konden kiezen tussen verschillende projecten, zoals het detecteren van lage concentraties gassen in lucht’, verklaart Beate Stevens.
De studenten deden marktonderzoek naar de verschillende componenten in lucht. ‘Zo kwamen we op fijnstof, ultrafijnstof, koolstofdioxide en stikstofoxiden. Er waren nog geen goede meters voor fijnstof, dat was in 2018 nog een redelijk onbekend probleem.’
Fijnstof en gezondheid
Er zweven verschillende ultrakleine deeltjes in de lucht die we inademen. Die deeltjes botsen en kleven dan aan elkaar, waardoor fijnstof ontstaat. ‘Fijnstof bestaat uit deeltjes kleiner dan 10 micrometer. Dat kun je vergelijken met een zesde van de dikte van een haar’, zegt Beate Stevens.
Ze wijst op gezondheidsproblemen, zoals longziekten, die fijnstof veroorzaakt. ‘De luchtkwaliteit in Nederland lijkt schoon. Maar eigenlijk roken we twee pakjes sigaretten per week alleen al door het percentage fijnstof in lucht. Als je bij een open haard zit, gaat het al gauw om 25 pakjes per uur. Uit de waarden die het RIVM meet, blijkt dat Nederlanders gemiddeld een jaar korter leven door hoge concentraties fijnstof. Helaas blijkt daar ook uit dat Nijmegen, na Amsterdam, de slechtste luchtkwaliteit van Nederland heeft als het om fijnstof gaat.’
Gelderland Valoriseert
Uit het marktonderzoek en het literatuuronderzoek dat de studenten deden, kwam de fijnstofmeter als kansrijk project naar voren. Via de universiteit en het programma Gelderland Valoriseert van de provincie Gelderland, kwam de financiering voor verder onderzoek en het maken van een prototype rond.
‘Zo kregen we via onze stages en met behulp van enkele bachelorstudenten ruimte om verder te werken aan de fijnstofmeter’, schetst Beate Stevens. ‘Na het afronden van mijn studie ben ik in het diepe gesprongen en verdergegaan met de ontwikkeling en het op de markt brengen van de fijnstofmeter.’
Natuur & Techniek
Natuur & Techniek was het profiel waar Beate Stevens op de middelbare school zonder aarzelen voor koos. Met vakken als Informatica en wiskunde B en D. ‘Misschien komt het omdat ik ben opgegroeid op de boerderij, natuur en techniek interesseren me. Dat ik daardoor vaak het enige meisje in de klas was, dat maakte me niet uit. Ik had een brede interesse en had ook Frans en economie gekozen, maar natuur- en scheikunde vond ik leuker.’
Proefstuderen in Nijmegen
Tijdens de middelbare school ging Beate Stevens proefstuderen aan de Technische Universiteit Eindhoven en aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Dat ze in Nijmegen bij Science Natuur- en Scheikunde kon combineren gaf de doorslag, naast prettige sfeer aan de universiteit. ‘Het Huygensgebouw is een heel open gebouw, waarin alle exacte vakken bij elkaar zitten. Daardoor leg je makkelijker contact met andere disciplines, die je interesseren. In Eindhoven had elke studie zijn eigen gebouw.’
Ondernemerschap
AeroCount is in 2020 opgericht en is een startup van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het bedrijf telt drie medewerkers en heeft vijf aandeelhouders. Beate Stevens: ‘Samen met twee oud-studenten, met wie ik het prototype van de fijnstofmeter heb ontwikkeld, professor Frans Harren en een businessmanager, die ons begeleidden, ben ik oprichter van het bedrijf. Zij zijn aandeelhouders en ik ben grootaandeelhouder en fulltime directeur van AeroCount.’
Het ondernemerschap bevalt Beate Stevens prima. Ze vindt het belangrijk ‘iets voor mensen te kunnen doen’ met de fijnstofmeter. ‘Het geeft mensen inzicht. Bijvoorbeeld als ze dicht bij de asfaltfabriek hier in Nijmegen wonen, kunnen ze nu heel simpel zelf het fijnstofgehalte in de lucht meten.’
De businesskant van de startup vindt Beate Stevens heel leuk. ‘Vanwege het contact met klanten en het creatieve proces, zoals hoe gaat het product eruitzien, hoe duurzaam is de verpakking. Daarnaast ben ik ook bezig met het ontwikkelen van nieuwe software, zoals webapplicaties en nieuwe producten. Het is druk en elke dag anders: het bubbelt, heerlijk!’
Dit interview verscheen voor het eerst op TechGelderland. Foto's: Erik van 't Hullenaar.
Het is een mix van natuurkunde, biologie, scheikunde en wiskunde. Op die manier heb ik in het eerste jaar kunnen ontdekken wat me het meest aanspreekt en waar ik goed in ben.
- Opleiding
- Natural Sciences
Jorn Essink deed in 3 vwo mee aan de Science Olympiade op de Radboud Universiteit. ‘Tijdens die Olympiade maakte ik kennis met biologie en scheikunde in het laboratorium. Dat vond ik erg interessant, het zette mij op het spoor van een studie in deze richting.’
Science: brede opleiding
Eigenlijk vindt Jorn alles wat met bèta te maken heeft leuk. In 5 vwo ging hij zich serieus oriënteren op een vervolgopleiding. ‘Uiteindelijk heb ik gekozen voor Nijmegen en de studie Science. Een veilige keuze, want Science is een brede opleiding, waarin je gaat specialiseren in twee vakgebieden’, vertelt de eerstejaars student. ‘Het is een mix van natuurkunde, biologie, scheikunde en wiskunde. Op die manier heb ik in het eerste jaar kunnen ontdekken wat me het meest aanspreekt en waar ik goed in ben.’
Laboratoriumdagen
Jorns voorkeur ligt bij natuur- en scheikunde. ‘Het zijn vakken die elkaar overlappen en aanvullen. En ik ben er goed in. Werken in het laboratorium vind ik erg leuk.’ Zijn studieweek bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges, tutoruren en af en toe laboratoriumdagen. ‘In het werkcollege ga je aan het werk met de stof, die in het hoorcollege is behandeld. In de tutoruren wordt de stof op een makkelijkere manier uitgelegd. Daarnaast schrijf ik en bereid ik me voor op de scheikundige en natuurkundige laboratoriumdagen.’
Twee studieverenigingen
In het verlengde van zijn studie is Jorn lid van twee studieverenigingen: Leonardo da Vinci, voor bachelorstudenten van de opleidingen Natuurwetenschappen en Science en Sigma voor studenten van het cluster moleculaire wetenschappen. ‘De verenigingen organiseren allerlei activiteiten, zoals bedrijfsexcursies, lunchlezingen en natuurlijk gezellige bijeenkomsten waar je medestudenten die ook ‘science minded’ zijn leert kennen.’
Raakvlakken bridge spelen en Science
Naast alles wat met zijn studie te maken heeft is Jorn actief als bridger. ‘Ik ben er tien jaar geleden mee begonnen toen ik acht jaar was. Inmiddels speel ik voor het Nederlands jeugdteam en train ik voor het WK. Dat doe ik sinds het begin al met een vaste spelpartner. Je speelt als team en moet samen oefenen, elkaar leren vertrouwen en afspraken maken. Bridge is elke keer anders. Het is steeds een andere puzzel, die je moet oplossen door logisch denken, keuzes maken en listen verzinnen, zodat jij en je bridgepartner er het beste resultaat uitslepen. Tijdens het spel ben je aan het analyseren en logisch en probleemoplossend aan het denken, wat dat betreft heeft bridge raakvlakken met mijn studie.’
Maatschappelijke impact
Na zijn bachelor Science wil Jorn de master doen. ‘Ik weet nog niet of ik mijn master aan de Radboud Universiteit ga doen of in Wageningen. In Wageningen ligt er volgens mij in de studie meer nadruk op natuur en milieu. En misschien wil ik na mijn master ook nog promoveren. Science is een studie waarmee je maatschappelijk impact kunt hebben. In elk geval is het mijn ambitie om straks, na mijn afstuderen, met de kennis die ik dan heb, bij te dragen aan duurzame oplossingen voor milieuproblemen als PFAS en CO₂.
Dit interview verscheen voor het eerst op TechGelderland. Tekst: Huub Luijten. Foto's: Linda Verweij.
We staan aan het begin van een enorme materialentransitie. Als we kunststoffen willen vervangen, moeten we andere combinaties van moleculen gebruiken.
- Opleiding
- Natural Sciences
Als we geen materialen uit de fossiele industrie meer willen gebruiken, met het oog op de CO2-uitstoot, dan moeten er als de wiedeweerga materialen worden ontwikkeld, zo redeneert Wilhelm Huck. Als hoogleraar fysisch-organische chemie weet hij dat er oneindig veel combinaties van moleculen te maken zijn. Meer dan mensen kunnen bedenken.
‘Daar komt bij dat we simpelweg de tijd niet hebben om van alles uit te proberen’, betoogt Huck. ‘Daarom hebben we kunstmatige intelligentie nodig om nieuwe, duurzame materialen, maar ook verven, coatings zonder PFAS en medicijnen te ontwikkelen.’
Eerste zelfsturend lab ter wereld
Met het wetenschappelijke onderzoeksprogramma Robotlab: de revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen verwacht de Nijmeegse hoogleraar een grote stap in de goede richting te zetten. Samen met andere wetenschappelijke partners en het bedrijfsleven werkt initiatiefnemer Huck aan de bouw van het eerste volledig geautomatiseerde robotlab dat complexe moleculaire systemen kan bedenken.
Door chemie en hoogwaardige technologie, zoals robotica en kunstmatige intelligentie (big data en zelflerende systemen) te combineren ontstaat zo’n zelfsturend lab. Zo’n lab kan veel sneller dan mensen oplossingen bedenken voor ingewikkelde vragen.
‘Wij mensen moeten het probleem formuleren, het robotlab werkt de oplossing uit waar wij dan weer aan kunnen schaven’, verklaart Huck. Hij beklemtoont dat er een enorme versnelling van wetenschappelijk onderzoek nodig is om een antwoord te vinden op vragen waar we voor staan door de klimaatcrisis.
Materialentransitie
De energietransitie is nog maar de start van allerlei veranderingen, benadrukt de Nijmeegse hoogleraar. ‘We staan aan het begin van een enorme transitie, naast de energietransitie komt er ook een materialentransitie. Ga maar na wat er allemaal van kunststof is gemaakt. Kunststoffen zijn gemaakt van bouwstenen uit de fossiele industrie, zeg maar de olie-industrie. Als we kunststoffen willen vervangen, moeten we andere combinaties van moleculen, andere bouwstenen, gebruiken.’
Nijmegen, Eindhoven, Groningen
Het robotlab wordt door de Radboud Universiteit Nijmegen ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit van Groningen, de Technische Universiteit Eindhoven, het onderzoeksinstituut AMOLF in Amsterdam en de Fontys Hogeschool in Eindhoven.
Na een periode van voorbereiding, gaat het echte werk beginnen. ‘De eerste mensen zijn aangenomen en we zijn bezig met de aankoop van een eerste robot’, meldt Huck. Hij is wetenschappelijk directeur van de stichting Big Chemistry, die het onderzoeksprogramma Robotlab: de revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen uitvoert.
De opzet van het onderzoeksprogramma is om in zeven jaar een volledig geautomatiseerd laboratorium, een robotlab, te ontwikkelen compleet met een netwerk van toeleveringsbedrijven.
Het ontstaan van deze economische activiteiten is een voorwaarde voor de subsidie van het Nationaal Groeifonds. De wens is om het robotlab op de Novio Tech Campus in Nijmegen te bouwen.
AI trainen
Wetenschappers betrokken bij het robotlab gaan in eerste instantie aan de slag met het trainen van systemen voor kunstmatige intelligentie. ‘We moeten AI eerst van de benodigde chemische kennis voorzien, voordat je het kunt gebruiken’, zegt Huck.
‘AI weet op dit moment wel welke moleculen het moet maken, maar nog niet hoe je die zo kunt combineren dat het tot oplossingen leidt. We moeten nog veel data beschikbaar maken en experimenten doen.’
Radicaal anders: Big Chemistry
Het robotlab kan bijvoorbeeld bijdragen aan het ontwikkelen van duurzame producten voor de verfindustrie, farmacie en de voedselindustrie.
Het voordeel van het lab is dat het ontwikkelingen mogelijk maakt, die meer gebaseerd zijn op big data en systematische analyse en minder op intuïtie en trial and-error, zoals nu gebruikelijk is.
‘Het is super spannend. We gaan alles radicaal anders doen en noemen dat Big Chemistry’, zegt Huck. ‘We werken aan co-creatie, waarbij de mens en de computer op een nieuwe manier samenwerken. Zo kunnen we sneller en beter werken aan wetenschappelijke doorbraken.’
Dit interview verscheen voor het eerst op TechGelderland. Foto's: Linda Verweij
Bij elk wetenschappelijk onderzoek zijn verschillende onderzoeksrichtingen betrokken. Bij ons werken onder andere biologen, scheikundigen, data-analisten en laboratoriumanalisten.
- Opleiding
- Natural Sciences
‘Single cell-technologie is vrij nieuw. In 2009 werden de eerste metingen op het niveau van één cel gedaan. Het werd vanaf toen mogelijk dergelijke metingen uit te voeren omdat de technologie ervoor beschikbaar kwam voor onderzoeksinstituten’, vertelt Klaas Mulder.
Van huis uit bioloog
Van huis uit is Mulder bioloog, opgeleid in Groningen. ‘Sinds mijn middelbare school had ik al interesse in alles wat van doen had met celdeling en DNA. Na mijn biologiestudie promoveerde ik. Onder andere in Utrecht en Cambridge deed ik fundamenteel moleculair biologisch onderzoek naar hoe een cel bepaalde functies van zichzelf aan- en uitzet. Als je daarachter kunt komen, moet het in principe mogelijk zijn dat mechanisme op een of andere manier te beïnvloeden.’
Brugfunctie
Het Radboud Single Cell Center stimuleert samenwerking tussen het academische ziekenhuis en de universiteit. ‘Wij vervullen een brugfunctie tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op de Radboud Universiteit en patiëntgericht onderzoek in het Radboudumc’, schetst Mulder.
‘Ons onderzoek richt zich op tumorcellen, waarbij we proberen te achterhalen waarom de ene tumorcel wel en de andere niet reageert op een behandeling.’
Genenpatroon in kaart brengen
Mulder gebruikt de single cell-technologie nu ongeveer acht jaar. Voor die tijd kon wel het DNA van een groep cellen in kaart worden gebracht, maar om te weten wat er precies gebeurt moet je individuele cellen in kaart brengen.
‘Met single cell-technologie kunnen we van elke afzonderlijke cel meten welke genen ‘aan’ staan en welke niet. Door cellen met hetzelfde genenpatroon in kaart te brengen, kun je tumorcellen en normale cellen heel precies van elkaar onderscheiden en weet je ook welk defect de tumorcellen hebben. Met die kennis kun je op zoek naar een manier om het defect in die cellen te beïnvloeden.’
Weefsel verzamelen
Hoe gaat zo’n onderzoek praktisch in zijn werk? ‘Het is best complexe materie’, vindt Mulder. ‘Naast kennis van biologie, heb je ook scheikunde nodig.’ Hij beschrijft de single cell-technologie in stappen.
‘De eerste stap is het verzamelen van weefsel, ofwel een biopt. Stap twee is dat we in het laboratorium alle onderlinge verbindingen tussen cellen afbreken met enzymen. Er ontstaat dan een vloeistof met losse cellen. Die gaan vervolgens in een machine, waarin elke cel in een minuscuul druppeltje water wordt gedaan. Elk druppeltje is dan eigenlijk een apart reactievaatje, waardoor we in tienduizenden cellen tegelijk kunnen bepalen welke genen aan of uit staan.’
Tientallen eiwitten meten
‘Als één van de weinige groepen in de wereld kunnen we dit ook combineren met het meten van tientallen eiwitten in elke cel’, verklaart Mulder. ‘Vervolgens speuren we, via de computer en met speciale zoek- en selectiesoftware, naar eiwitten en genen, die een tumorcel helpen om de behandeling te overleven.’
Theorie en praktijk
De onderzoeksgroep van Mulder bestaat momenteel uit zes personen en werkt interdisciplinair samen met andere vakgroepen op de universiteit en in het ziekenhuis.
‘Bij single cell-onderzoek zijn verschillende onderzoeksrichtingen betrokken, zoals trouwens bij elk wetenschappelijk onderzoek. Bij ons werken onder andere biologen, scheikundigen, data-analisten en laboratoriumanalisten. Dat zijn zowel universitair geschoolden als hbo’ers en mbo’ers. De kracht van het team zit in de hechte samenwerking tussen theoretisch en praktisch geschoolden.’
Betere resultaten
Klaas Mulder verwacht dat het single cell-onderzoek in de toekomst tot betere resultaten leidt in de behandeling van bepaalde soorten kanker en afweerstoornissen.
‘Al duurt het nog minstens tien jaar voor het onderzoek leidt tot eerste resultaten in de patiëntenzorg.’
Dit testimonial verscheen eerder op TechGelderland.nl
Foto: Linda Verweij
De combinatie tussen natuurkunde en scheikunde spreekt mij het meeste aan: en dan vooral op fundamenteel niveau
- Opleiding
- Natural Sciences
- Startdatum studie
- Einddatum studie
Waarom heb je specifiek voor de Radboud Universiteit gekozen?
Ik heb voor de Radboud universiteit gekozen, omdat dit de enige universiteit was die de combinatie tussen scheikunde en natuurkunde gaf die ik écht interessant vind.
Wat vond je van de overgang van de middelbare school naar de universiteit? Hoe werd je daarin begeleid in je studie?
De overgang van middelbare school naar de universiteit liep vrij stroef. De eerste week ging wel goed, al helemaal door de hulp van de tutors. Maar de tweede week was ik volledig afwezig en alles inhalen qua opdrachten loopt wel vrij traag nog. Maar langzamerhand begint alles weer op een rijtje te komen, mede door de hulp van mijn medestudenten, die zo aardig waren dingen aan mij uit te leggen.
Wat nog wel leuk is om te vermelden is dat we met een team hebben meegedaan aan een Science wedstrijd op de Radboud Universiteit met ons PWS. Daarin hebben we de Van Melsenprijs gewonnen. Hierdoor mochten wij naar de ‘European Union Contest for Young Scientists’ (EUCYS) in Katowice, maar hier hebben wij helaas niks gewonnen.
Wat spreekt je aan in de bachelor en waarom? Wat vind je het meest uitdagend aan de studie?
De combinatie tussen natuurkunde en scheikunde spreekt mij het meeste aan en dit dan op een fundamentele wijze en niet gecombineerd met technologie. Wat ik het lastigste van deze studie vind is plannen. Je lesrooster is erg vol, al helemaal vergeleken met andere studies en thuis moet er nog wel iets gedaan worden, naast alle leuke activiteiten natuurlijk.
Hoe ervaar je de sfeer binnen de opleiding?
De sfeer tussen de studenten is altijd goed. Ik had meteen een klik met een brede groep mede-eerstejaarsstudenten en ook met wat ouderejaarsstudenten. De docenten zijn tot nu toe ook altijd bereid om te helpen en ook op een laagdrempelig manier.
Ben je betrokken bij de studievereniging? Zo ja, op welke manier?
Tot nu toe ben ik vooral betrokken bij de studievereniging door naar diverste activiteiten te gaan. Ook ben ik van plan om bij een commissie te gaan.
Welke voorlichtingsactiviteiten die je als scholier hebt bezocht vond je waardevol en waarom?
Bachelor open dagen vond ik altijd waardevol, omdat je met studenten zelf kon praten en zij geven je het beste beeld van de studie. Een meeloopdag hielp wel mee om te kijken hoe een studiedag eruit zag, maar daar werd niet bijzonder veel over de vakinhoud verteld.
Wat voor advies/welke tips zou jij geven aan toekomstige studiekiezers?
Ik zou, erg cliché, naar meerdere open dagen gaan en praten met de studenten, niet enkel naar de voorlichtingspresentaties gaan. Dit helpt je het beste met echt de studie te begrijpen en hoe deze ervaren wordt door studenten, wat dus ook een goede indicatie is voor jouzelf.