Elk studiejaar van de bachelor Pedagogische Wetenschappen bestaat uit twee semesters. Elk semester is weer onderverdeeld in twee periodes van acht weken. Per periode heb je zes weken onderwijs; de laatste weken zijn bestemd voor het voorbereiden en maken van tentamens. Aan elk vak is een aantal studiepunten, EC (European Credits), gekoppeld. 1 EC staat gelijk aan een studielast van 28 uur. Afhankelijk van de cursus en de werkvorm die je volgt, varieert de groepsgrootte tussen ongeveer 250 studenten in een groot hoorcollege en 15 studenten in een werkgroep.
Globale opzet studieprogramma
Het eerste jaar is een inleiding in de verschillende terreinen van de pedagogische wetenschappen en onderwijskunde. Daarbij ligt het accent op de normale ontwikkeling van kinderen en jongeren. In het tweede jaar krijgen afwijkingen, problemen en stoornissen in de ontwikkeling meer aandacht. Je oriënteert je in deze jaren breed en kiest in het tweede studiejaar voor een specialisatie: ‘orthopedagogiek’, ‘pedagogiek', 'onderwijs’ of ‘onderzoek’. In totaal is er voor 24 EC ruimte voor keuzevakken in het tweede en derde bachelorjaar. Je gebruikt deze ruimte om je te specialiseren en je kennis uit te breiden met onderwerpen die niet direct in je studie aan bod komen.
In Nijmegen bestudeer je gedurende de hele opleiding pedagogische onderwerpen vanuit drie invalshoeken: theorie, onderzoek en praktijk. Je doet brede kennis op van het pedagogische vakgebied, werkt aan je onderzoeksvaardigheden en vertaalt dit meteen naar de praktijk. Aan het einde van de opleiding ben je in staat om een opvoedings- of onderwijssituatie uit de praktijk te observeren en onderzoeken. Je bevindingen beschrijf je in je bachelorscriptie.
Contact met docenten
Binnen de opleiding Pedagogische Wetenschappen zijn de docenten toegankelijk; in werkgroepen heb je voldoende ruimte voor discussie met en individuele aandacht van docenten. Als eerstejaars student heb je bovendien een eigen docent-mentor bij wie je terecht kunt met vragen.
Stagemogelijkheden
Je wordt opgeleid volgens het scientist-practitionermodel tot een gedragswetenschapper die werkt op het snijvlak tussen theorie en praktijk. Tijdens je bachelor doe je een dag per week ervaring op bij een organisatie in het werkveld. Je loopt daar mee en voert opdrachten uit waarbij je de verbinding leert maken tussen de theorie en de praktijk
Onderwijsvormen
Een kortdurende lesperiode die over het algemeen een (leer)onderwerp behandelt.
Een vorm van een college waarbij mondelinge overdracht van leerstof plaatsvindt. Een hoorcollege wordt gegeven door één of meerdere docenten.
Het verzamelen van (nieuwe) informatie om de kennis te vergroten.
Periode van praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening.
Een vorm van college waarbij de student onder begeleiding aan leeropdrachten werkt, meestal in groepsverband.
Een groep van mensen met een bepaald doel of een bepaalde opdracht die zij gezamelijk resultaatgericht proberen uit te voeren.