De bachelorstudie Science bestaat uit drie jaar. Het is een brede bètawetenschappelijke opleiding, maar zeker niet oppervlakkig. Het onder de knie krijgen van de diverse vakgebieden in de bètawetenschap moet je niet onderschatten, je wordt flink uitgedaagd! Na het bachelorexamen krijg je een diploma. Met het behalen van je bachelordiploma mag je jezelf Bachelor of Science (BSc) noemen en kun je terecht bij verschillende masteropleidingen.
Opbouw van de bachelor
Het onderwijs is opgedeeld in vier kwartalen van tien weken. Daarvan volg je acht weken onderwijs en twee weken tentamens. Op deze manier is de studielast goed gespreid over het jaar. Als student Science krijg je te maken met verschillende onderwijsvormen. Je volgt hoorcolleges en werkt samen in kleine groepjes bij de werkcolleges. Een werkcollege volg je met ongeveer 20 studenten. Ook krijg je practica en voer je projecten uit met medestudenten. Daarnaast doe je natuurlijk aan zelfstudie. Er wordt van je verwacht dat je zo’n 40 uur per week aan je studie besteedt, waarvan er gemiddeld 25 uur ingeroosterd en begeleid zijn. In de bachelor Science doe je ook veel practicum. Het eerste halfjaar doe je wekelijks een kleine natuurkundeproef en leer je basispracticumvaardigheden zoals proeven voorbereiden en rapporteren. Vanaf het tweede halfjaar doe je iedere week één en soms zelfs twee volle dagen scheikundig practicum en bouw je je practicumvaardigheden verder uit.