Het verschil tussen hbo en universiteit

Meteen toepassen wat je leert

• Het onderwijs is gericht op het (leren) beantwoorden van vragen.
• Je leert voor concrete problemen meerdere oplossingen te bedenken en de beste te kiezen. Je leert ook hoe je dit vastlegt, presenteert en realiseert.
• Wanneer gaat iets goed en wanneer kan het beter? Daar denk je over na. Je onderzoekt waarom het zo ging en hoe het de volgende keer beter kan.

Je leert onderzoeken en nieuwe kennis ontwikkelen

• Het onderwijs is gericht op het (leren) stellen van vragen. Je bent nieuwsgierig.
• Je leert met wetenschappelijke en theoretische informatie hoe je kritische naar een vraagstuk kijkt. En je leert hoe je dit goed onderzoekt en vastlegt in een verslag.
• Je leert om academische vaardigheden in te zetten om vraagstukken uit de samenleving te beantwoorden

Samenwerken staat centraal

• Je hebt meer contacturen dan op de universiteit.
• Je maakt onderdeel uit van een klas en het contact met de docent is vaak persoonlijker.
• Je werkt veel samen met medestudenten aan opdrachten en projecten. Je doet ook aan zelfstudie, maar minder dan op de universiteit.
• Bijna alle lesstof die getoetst wordt, komt aan bod tijdens de lessen.

Zelfstudie staat centraal

• Je hebt minder contacturen dan op het hbo. Je hebt veel ruimte en vrijheid om je eigen agenda in te delen.
• Je hebt vaak onderwijs in grotere, wisselende groepen (hoorcolleges). Naast hoorcolleges zijn er ook kleinschalige werkcolleges.
• Je studeert vaak alleen, thuis of in de bieb. Er wordt van je verwacht dat je veel (Engelstalige) lesstof zelfstandig en snel in je op kunt nemen.
• Niet alle stof komt aan bod tijdens colleges.

Je loopt verplicht stage

• Praktijkstages maken altijd onderdeel uit van je opleiding. Soms al in het eerste jaar.
• Naast stages werk je vaak samen met medestudenten aan opdrachten uit de prakrijk, opdrachten van organisaties uit de regio, praktijksimulaties en projecten.

Stage is mogelijk, maar optioneel

• Praktijkstages zijn meestal niet verplicht. Theorie en onderzoeksvaardigheden vormen het grootste deel van je studie. 
• Meestal doe je een afstudeeronderzoek en/of onderzoeksstage in plaats van een praktijkstage. 

Onderzoeken wat de oplossing is voor een probleem

• Je werkt in je studie (mee) aan praktijkgericht onderzoek naar vragen uit de beroepspraktijk van bedrijven, instellingen en overheden rondom een probleem. Het onderzoek is gericht op het vinden van een oplossing daarvoor.

Onderzoeken van de oorzaak van een probleem

• Onderzoek vormt een belangrijk deel van de opleiding. Het onderzoek is gericht op een wetenschappelijk vraagstuk. Er wordt onderzoek gedaan naar oorzaken, verklaringen en verbanden.

Vaker duidelijk wat je met je studie gaat doen

• Je wordt opgeleid voor een vakgebied of voor een specifiek beroep.
• Er wordt door werkgevers vaak gevraagd naar specifieke kennis of ervaring.
• Na 4 jaar kun je met een bachelordiploma op zak de arbeidsmarkt op.

Minder duidelijk wat je met je studie gaat doen.

• Je hebt veel ruimte om zelf tijdens je studie richting te geven aan je loopbaan. Het is vooraf minder duidelijk waar je uiteindelijk gaat werken. IN een universitaire bachelor word je namelijk breed opgeleid. In de wo-master kies je een specialisatie.
• Er wordt door werkgevers vaak gevraagd naar 'academisch denkniveau' in plaats van naar specifieke kennis.

Je krijgt veel begeleiding aangeboden

• Vanuit je opleiding krijg je een persoonlijk begeleider. Ook is er begeleiding mogelijk vanuit jouw opleiding. 

Begeleiding vraag je zelf aan

• Je moet meestal zelf de eerste stap zetten voor begeleiding.