Belangrijke documenten cohort 2024Belangrijke documenten cohort 2023
Stagebegeleiders kunnen hier praktische informatie en documenten vinden voor de begeleiding van onze studenten van de Eenjarige Educatieve Master. De Eenjarige Educatieve Master duurt in principe een jaar. Tijdens het eerste semester is er een begeleide stage en tijdens het tweede semester een zelfstandige stage. Begeleid je een student die in september 2023 is gestart met de opleiding? Dan vind je de voor jou juiste documenten terug onder cohort 2023.
Je bent als werkplekbegeleider of schoolopleider betrokken bij de begeleiding van een student die stage loopt op jouw middelbare school en een eenjarige educatieve master volgt. Maar hoe ziet die opleiding er precies uit? Aan welke doelen wordt er gewerkt? Opleidingscoördinator Jolanda Suijker vertelt het in deze video.
In het opleidingstraject tot academisch docent staan tien opleidingsdoelen centraal die de student vormen tot vakdidactisch specialist. Arnoud Aardema, afdelingshoofd onderwijs van de Radboud Docenten Academie, licht in deze video de uitgangspunten van het curriculum toe.
Semester 1 | Semester 2 | |
---|---|---|
Stagetype | Begeleid | Zelfstandig |
Lengte | Ca. 16 weken | Ca. 16 weken |
Beoordelingsmomenten | BS1: 1 november 2024 | ZS1: 28 maart 2025 |
BS2: 10 januari 2025 | ZS2: 13 juni 2025 | |
Begeleidingstijd | 60 uur per student | 60 uur per student |
Aantal dagen per week | Max. 3: di-wo-do | Max 3: di-wo-do |
Beschikbaarheid student | 20 klokuur per week | 20 klokuur per week |
Aantal lessen per week | 4-6 lessen (opbouwend) | 6-8 lessen |
Werkplekbegeleider | Eerstegraads vakdocent | Eerstegraads vakdocent |
Instituutsopleider | Opleider van RDA | Opleider van RDA |
Contactmomenten RDA | Bijeenkomst voor werkplekbegeleiders, start van stage, tussenevaluatie, eindbeoordeling | Bijeenkomsten voor werkplekbegeleiders, start van stage, tussenevaluatie, eindbeoordeling |
Lesbezoek opleider | Eenmaal tijdens begeleide stage (instituutsopleider) | Eenmaal tijdens zelfstandige stage (vakdidacticus) |
Na afloop van de cursus kun je zelfstandig functioneren als docent, met begeleiding op afstand, in zowel lesgevende als niet-lesgevende activiteiten (lesvoorbereiding, excursies, open dag, sectie- en/of teamvergadering, studiedagen, etc.).
In de stage werk je aan het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van onderwijs in de klas. Je participeert bij verschillende activiteiten in de school en werkt aan verschillende beroepsproducten die ondersteunend zijn aan het leren lesgeven. Al het leren dat plaatsvindt tijdens de stage van de educatieve master noemen we ‘werkplekleren’. Daarmee bedoelen we alle vormen van leren binnen de (opleidings)school waardoor je stappen zet in jouw ontwikkeling als docent. De stage bestaat uit twee delen: de Begeleide Stage en de Zelfstandige Stage.
Ook de Begeleide Stage zelf bestaat uit twee delen: BS1 en BS2. De eerste weken van BS1 zijn vooral oriënterend. Je observeert lessen bij je werkplekbegeleider en zijn of haar collega’s. Je krijgt zo hopelijk een idee van de school, de leerlingen en het lesgeven. Vanuit deze fase ga je steeds grotere delen van de les verzorgen, met als doel om na uiterlijk zes weken hele lessen te geven. Je werkplekbegeleider zal hierbij wel aanwezig zijn.
In de tweede helft van de Begeleide Stage (BS2) neem je steeds meer lessen over van je werkplekbegeleider (en/of zijn of haar collega’s). Je geeft dan vier tot zes lessen per week, aan dezelfde klassen. Tijdens deze periode zal je begeleider steeds minder aanwezig zijn terwijl je voor de klas staat, Je bespreekt de lessen wel wekelijks met je werkplekbegeleider.
In de laatste maand van BS2 bereid je je vast voor op de Zelfstandige Stage. Dit houdt bijvoorbeeld in dat je eventueel nieuwe klassen al leert kennen en dat je minder les geeft in klassen die je in het tweede semester niet meer hebt.
Tijdens verschillende formele en informele evaluatiemomenten ontvang je feedback met opmerkingen over je sterke punten en verbeterpunten. Halverwege (bij BS1) en aan het einde van de Begeleide Stage (bij BS2) wordt je stagevoortgang formeel geëvalueerd door de werkplekbegeleider en een tweede beoordelaar. De instituutsopleider controleert of de beoordeling overeenkomt met het beeld uit de begeleidingsdriehoek en het stagedossier.
Voor de beoordeling van de stages gebruiken we het stagebeoordelingsformulier. Je rondt de Begeleide Stage af met een onvoldoende, voldoende of goed.
Na afloop van de cursus ben je startbekwaam. Je kunt zelfstandig functioneren als docent, in zowel lesgevende als niet-lesgevende activiteiten (lesvoorbereiding, excursies, open dag, sectie- en/of teamvergadering, studiedagen, etc.) en je kan zelfstandig jouw leerproces blijven vormgeven.
In de stage werk je aan het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van onderwijs in de klas. Je participeert bij verschillende activiteiten in de school en werkt aan verschillende beroepsproducten die ondersteunend zijn aan het leren lesgeven. Al het leren dat plaatsvindt tijdens de stage van de educatieve master noemen we ‘werkplekleren’. Daarmee bedoelen we alle vormen van leren binnen de (opleidings)school waardoor je stappen zet in jouw ontwikkeling als docent. De stage bestaat uit twee delen: de Begeleide Stage en de Zelfstandige Stage.
Na een positieve evaluatie van de Begeleide Stage begin je aan de Zelfstandige Stage, die weer uit twee delen bestaat: ZS1 en ZS2. In de Zelfstandige Stage verzorg je zelfstandig zes tot acht lessen per week en ben je ook verantwoordelijk voor alles wat er bij hoort, zoals rapportvergaderingen, ouderavonden en teamoverleggen. Je werkplekbegeleider is niet meer in de klas aanwezig, maar jullie spreken elkaar regelmatig om praktische zaken en lessen te bespreken. Je werkplekbegeleider is nog wel eindverantwoordelijk voor de klas.
Het tentamen 'Begeleide stage’ moet met een voldoende zijn afgesloten.
Tijdens verschillende formele en informele evaluatiemomenten ontvang je feedback met opmerkingen over je sterke punten en verbeterpunten. Halverwege (bij ZS1) en aan het einde van de Zelfstandige Stage (bij ZS2) wordt je stagevoortgang formeel geëvalueerd door de werkplekbegeleider en een tweede beoordelaar. De instituutsopleider controleert of de beoordeling overeenkomt met het beeld uit de begeleidingsdriehoek en het stagedossier.
Voor de beoordeling van de stages gebruiken we het stagebeoordelingsformulier. Je rondt de Zelfstandige Stage af met een onvoldoende, voldoende of goed.
Studenten met een tweedegraads bevoegdheid op zak mogen direct met de zelfstandige stage beginnen; zij slaan de begeleide stage dus over. Deeltijdstudenten met vrijstellingen kunnen in september of februari starten.