Ervaringen
Klimaatverandering houdt ons allemaal bezig, en naarmate actie ondernemen urgenter wordt, zijn mensen die weten wat er moet gebeuren cruciaal in onze samenleving.
- Vooropleiding
- Bachelor Biologie aan de Radboud Universiteit
- Opleiding
- Adaptive Organisms
- Land van vorige opleiding
- The Netherlands
- Startdatum studie
Wat vind je leuk aan deze masterspecialisatie en waarom?
Meer dan de helft van het totale aantal EC bestaat uit stages, en ik vind dat het leukst en meest interessant van de master. Ik denk dat dit de manier is waarop je het meest leert over je specialisatie. Bovendien staan meer stages goed op je cv. Ten slotte vind ik het echt fijn dat de oriëntatiecursus verplicht is voor iedereen en laat zien wat er mogelijk is na je studie. Ik vind dat Radboud Universiteit over het algemeen echt veel aandacht besteedt aan zowel de persoonlijke ontwikkeling van studenten als de academische ontwikkeling en dat vind ik erg goed. Naar mijn mening is persoonlijke groei net zo belangrijk, of zelfs nog belangrijker, dan academisch leren.
Wat vind je van de sfeer in de klas?
Ik vind het erg relaxed en bijna gezellig. De klassen zijn klein, wat ik prettig vind, en de professoren zijn nuchter en vinden participatie van studenten belangrijk. Het stellen van vragen wordt gewaardeerd, bijvoorbeeld.
Wat vind je het meest uitdagende aan je masterspecialisatie?
Het enige wat ik kan bedenken is dat de manier waarop je je master kunt organiseren heel vrij is. Zo vrij, dat het soms lastig is om het grotere geheel van wat mogelijk is te zien. Maar je kunt altijd naar een studieadviseur gaan en om hulp vragen, dus ik zie het niet echt als een obstakel.
Wat zijn je plannen zodra je je masterdiploma hebt behaald?
Klimaatverandering houdt ons allemaal bezig, en naarmate actie ondernemen urgenter wordt, zijn mensen die begrijpen hoe belangrijk dit onderwerp is en weten wat er moet gebeuren cruciaal in onze samenleving. Vooral oplossingsgerichte mensen met kennis die kann bijdragen aan een duurzame samenleving.
Ik onderzoek waarom sommige planten beter tegen hitte kunnen dan andere.
- Opleiding
- Adaptive Organisms
Een actueel onderwerp, aangezien het veranderende klimaat wereldwijd een aanzienlijke impact heeft op onze voedselgewassen. Niet alleen mensen en dieren lijden onder hittestress, maar ook planten. Als wetenschappelijk onderzoeker richten Ivo Rieu en zijn team zich op gewassen die voor menselijke consumptie worden geteeld, zoals tomaten en bonen.
'Het probleem is dat veel planten minder vruchtbaar worden tijdens perioden van hoge temperaturen. Ze produceren minder zaden en vruchten. Een hittegolf wanneer tomatenplanten bloeien kan de hele oogst vernietigen.'
Gewassen ontwikkelen
Er zijn twee mogelijke oplossingen voor dit probleem, en beide worden toegepast. Ivo Rieu schetst: 'Er zijn boeren en tuinders die overstappen op een ander gewas dat bestand is tegen de hitte. De tweede oplossing is het ontwikkelen van varianten van gewassen met verhoogde weerstand tegen hittegolven. Dit is wat wij onderzoeken.'
Genetische technologie: tijdsbesparing
Als biotechnoloog gebruikt Ivo Rieu een plant of delen ervan om een gewas met gewenste eigenschappen te kweken. 'Vroeger werd er veredeld door kruisen en planten op het oog te selecteren. Tegenwoordig gebruiken we genetische technologie. Met deze technologie besparen we veel tijd omdat we op genniveau kunnen werken met zaailingen en niet de hele groeicyclus hoeven te doorlopen. Wat vroeger drie maanden duurde, kan nu in een dag.'
'Er wordt bijvoorbeeld een DNA-monster gemaakt van een stukje blad. Dit monster wordt vervolgens "gelezen" met speciale apparatuur. We doen dit niet zelf. Er zijn bedrijven die hierin gespecialiseerd zijn, en zij leveren ons de kant-en-klare DNA-code waarop wij ons onderzoek uitvoeren.'
Verdedigingsmechanismen
Met behulp van DNA onderzoekt Ivo Rieu de verdedigingsmechanismen van planten. 'We willen uitvinden waarom sommige planten beter tegen hitte kunnen dan andere. Als we het stukje DNA identificeren dat hiervoor verantwoordelijk is, kunnen we gericht planten kruisen en ze blootstellen aan hitte in een kas. Als het werkt, testen we het ter plaatse.
We hebben dit succesvol gedaan in Italië, Spanje en Turkije. Dit is het toegepaste deel van ons onderzoek. Deze inzichten helpen ons de landbouw en tuinbouw duurzamer en klimaatbestendiger te maken. Veredelingsbedrijven gebruiken de bevindingen uit ons onderzoek al.'
Het verdedigingsmechanisme begrijpen
'Als we een stukje DNA vinden dat een plant hittebestendiger maakt, willen we ook weten hoe het werkt. Wat doet dat stukje DNA precies? We willen het verdedigingsmechanisme begrijpen.'
Een proces van minstens tien jaar
Volgens Ivo Rieu kan dit verdedigingsmechanisme voor verschillende soorten planten worden gebruikt. Dit betekent dat als het mechanisme werkt bij tomatenplanten, het waarschijnlijk ook zal werken bij komkommers of aubergines. 'Het stukje DNA dat hittestress bij tomaten voorkomt, kan dan worden overgebracht naar andere gewassen.'
Het hele proces is echter geen snelle oplossing. Ivo Rieu schat dat het minstens tien jaar zal duren voordat dergelijke gewassen beschikbaar zijn voor teelt en consumptie.
Voedselzekerheid en duurzaamheid
Ivo Rieu en zijn team zijn de enige onderzoeksgroep in Nederland die zich op dit onderwerp richt. 'Dit onderzoek wordt steeds belangrijker omdat klimaatverandering een wereldwijd probleem is met aanzienlijke gevolgen voor onze voedselgewassen.'
'We bieden oplossingen die uit de natuur komen of met een biotechnologische aanpak zijn ontwikkeld. Het is ongelooflijk motiverend om bij te dragen aan iets zo belangrijks als voedselzekerheid en duurzaamheid.'
Ik ben geïnteresseerd in de aanpassingen die ervoor zorgen dat soorten in bepaalde omgevingen goed kunnen overleven, maar in andere niet.
- Nationaliteit
- NL
- Opleiding
- Adaptive Organisms
Kun je jezelf voorstellen?
Mijn naam is Wilco Verberk en ik ben geïnteresseerd in alles wat met water te maken heeft. Door de jaren heen heb ik in veel verschillende ecosystemen gewerkt, van hoogvenen tot koraalriffen en rivieren, en met veel verschillende groepen (vissen, schaaldieren, insecten). Tijdens mijn promotieonderzoek ontwikkelde ik een sterke interesse in de aanpassingen die soorten in staat stellen om in sommige omgevingen goed te gedijen, maar niet in andere. Na mijn promotie verbreedde ik mijn interesses en richtte ik me op de thermische biologie van aquatische koudbloedige dieren tijdens een 3-jarige postdoc in Plymouth (VK). Daarna keerde ik terug naar Nijmegen en nam ik een positie aan als docent en onderzoeker aan de Radboud Universiteit. Ik geef verschillende vakken, waaronder Biodiversiteit in de bacheloropleiding en Alpine Ecology in de masteropleiding.
Waarom heb je ervoor gekozen om in dit vakgebied te gaan studeren/werken? Wat maakt dit vakgebied zo interessant?
Dieren zijn niet willekeurig verspreid in de natuur, maar komen voor in regelmatige, voorspelbare patronen. Het verklaren van deze patronen door inzicht in de relaties tussen soorten en hun omgeving is mijn belangrijkste drijfveer voor het doen van wetenschap. Deze relaties zijn geworteld in de aanpassingen van soorten, die op hun beurt verband houden met de vakgebieden ecologische fysiologie (hoe 'past' de fysiologie bij de omgeving van een soort) en evolutionaire ecologie (hoe heeft evolutie geleid tot bepaalde aanpassingen).
Het verklaren van verspreidingspatronen van dieren en hun relatie tot de omgeving inspireert mijn onderzoek.
Aangezien het aantal koudbloedige dieren in de miljoenen loopt, is het niet haalbaar om hun reacties op veranderingen in omgevingsomstandigheden soort voor soort te onderzoeken. In mijn onderzoek zoek ik daarom naar shortcuts: Kunnen we algemene principes destilleren die kunnen worden geëxtrapoleerd naar soorten die niet zo uitgebreid zijn bestudeerd? Het classificeren van diersoorten op basis van eigenschappen, de kenmerken die verbonden zijn aan hoe soorten hun leven leiden, biedt een krachtig instrument om algemene principes af te leiden en waarnemingen in een bredere context te vertalen. In mijn werk heb ik een vergelijkbare aanpak gebruikt om vast te stellen in hoeverre we de fysiologie van een soort kunnen voorspellen op basis van andere bekende eigenschappen en of we dergelijke kennis kunnen extrapoleren vanuit zijn evolutionaire geschiedenis.
Waar doe je momenteel zelf onderzoek naar?
Ik onderzoek momenteel thermische reacties vanuit een zuurstofperspectief. Temperatuur en zuurstof worden beschouwd als hoofdvariabelen, vooral voor koudbloedige dieren die in water leven, die direct belangrijke fitnessfuncties beïnvloeden (bijvoorbeeld metabolisme, groei, vruchtbaarheid), die op hun beurt invloed hebben op populatiebehoud, soortenverspreiding en ecosysteemstructuur en -functie.
Met meer dan 99% van alle dieren als koudbloedig, is het begrijpen van de mechanismen achter thermische reacties van het grootste belang.
Met meer dan 99% van alle dieren als koudbloedig, is het begrijpen van de mechanismen achter thermische reacties van het grootste belang. Omdat temperaturen wereldwijd veranderen en temperatuur direct de fysiologie van koudbloedige dieren beïnvloedt, is het begrip van dierlijke reacties op veranderingen in de omgeving onvolledig zonder ook te bekijken hoe temperatuur interacteert met andere aspecten van omgevingsveranderingen. Hier wordt zuurstof belangrijk omdat temperatuur de balans tussen zuurstofaanvoer en -vraag verandert. Zuurstof is vitaal voor het aerobe energiemetabolisme maar is tegelijkertijd giftig. Om aan de vraag te voldoen, moet zuurstof daarom in precies de juiste hoeveelheid worden aangeleverd. Aangezien temperatuur de balans tussen zuurstofaanvoer en -vraag verstoort, en gezien de wereldwijde daling van zuurstofniveaus in water (zuurstofdepletie), is een zuurstofperspectief nuttig bij het begrijpen hoe thermische reacties energiebudgetten beïnvloeden.
Welke tip heb je voor studenten die hun studiekeuze gaan maken?
Maak een keuze in plaats van te proberen alle opties open te houden. Kies iets waar je je kunt voorstellen veel tijd aan te besteden. En als je goed bent in wiskunde, kies dan Biologie; we hebben studenten nodig met goede kwantitatieve vaardigheden en abstract denkvermogen!
Wat vind je het leukste aan het werken met studenten?
Studenten helpen zich te ontwikkelen tot zelfstandige onderzoekers.
Aan het eind van het programma heb je uitgebreide ervaring opgedaan met laboratoriumwerk, gegevensanalyse en wetenschappelijk schrijven.
- Vooropleiding
- Biology Education (HAN)
- Opleiding
- Adaptive Organisms
- Startdatum studie
- Einddatum studie
Wat spreekt je aan in de master en waarom?
Deze masterspecialisatie is sterk onderzoeksgericht en omvat twee onderzoeksstages, die elk een masterscriptie vereisen. Daarnaast schrijven studenten een Review Article en een Research Proposal. Aan het eind van het programma heb je uitgebreide ervaring opgedaan met laboratoriumwerk, gegevensanalyse en wetenschappelijk schrijven. Dit is een uitstekende voorbereiding op de arbeidsmarkt.
Hoe ervaar je de sfeer binnen de opleiding?
De sfeer tussen studenten onderling en tussen docenten en studenten is altijd positief. Tijdens een van mijn stages op de afdeling Dierecologie en -fysiologie heb ik ook een ondersteunende en gastvrije werkomgeving met vriendelijke collega's ervaren. Studenten in onze specialisatie zijn goed met elkaar verbonden. De meesten van ons kennen elkaar en ondernemen vaak sociale activiteiten buiten de studie om. Een goede manier om andere studenten te ontmoeten is via BeeVee, de studievereniging voor Biologie, die veel leuke evenementen organiseert. Veel studenten sporten ook graag in het Radboud Sportcentrum en ik ga er ook graag heen met vrienden.
Wat vind je het meest uitdagend aan de master(specialisatie)? Zijn er dingen waar je tegenaan loopt?
Ik denk dat de hoge mate van flexibiliteit in keuzes een uitdaging kan zijn voor masterstudenten, omdat het veel initiatief, proactiviteit en planningsvaardigheden vereist. Tijdens dit masterprogramma heb ik deze vaardigheden echter wel ontwikkeld.
Kun je iets vermelden over je stage en/of je scriptie?
In mijn eerste masterstage heb ik gewerkt bij de afdeling Dierecologie en Fysiologie aan de Radboud Universiteit. Ik heb gewerkt aan een project waarin we onderzochten of de effecten van zuurstof op de thermische tolerantie in zebravislarven gemoduleerd worden door hun celgrootte.
Voor mijn tweede stage heb ik gewerkt voor de Comparative Cognition Research Group aan het Max Planck Institute for Biological Intelligence. Voor dit project reisde ik naar Puerto de la Cruz op Tenerife. Het lab bevindt zich in Loro Parque (een dierentuin). Hier kreeg ik de ongelofelijke kans om te bestuderen of een groep blauwkop ara's een deel van hun langetermijngeheugen konden gebruiken om te anticiperen op de toekomst.
Waarom is het belangrijk dat er mensen zijn met deze master(specialisatie) op zak? Wat wil je er zelf mee gaan doen na het afronden van je master?
Ik denk dat in de huidige omgeving van organismen meerdere stressfactoren in hoog tempo toenemen. Daarom is het heel belangrijk om de fundamentele processen te bestuderen die betrokken zijn bij de stressaanpassing van individuele organismen. Gewapend met deze kennis kunnen we beginnen met het onderzoeken van verschillende manieren om organismen te helpen met deze stressoren om te gaan.
Voor mijn toekomstige stappen begin ik aan een functie waarbij ik verder ga met het uitvoeren van cognitieve tests met honden in Marokko. Tijdens mijn master heb ik naast mijn studie met honden gewerkt, waardoor deze baan de perfecte voortzetting is van mijn ervaring en passie voor dieren.