Kun je jezelf voorstellen?
Mijn naam is Bjorn Robroek en ik ben ecoloog aan het Radboud Institute for Biological and Environmental Sciences. Ik geef les of heb lesgegeven in veel vakken in de bachelor, zoals Ecologie (jaar 1), Systeemecologie (jaar 3), en het masterprogramma Conservation and Restoration Ecology, zoals Management van Ecosystemen en de veldcursus Alpenecologie. Ik ben ook lid van de Opleidingscommissie en coördinator van de bachelortrack Ecologie.
Ik geef al les sinds ik promovendus was (2003-2007) en ben daarmee doorgegaan gedurende mijn hele carrière. Op dit moment heb ik meer dan 20 jaar leservaring in een brede internationale context (ik werkte in Zwitserland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk voordat ik naar de Radboud Universiteit kwam).
Waarom heb je ervoor gekozen om in dit vakgebied te gaan studeren/werken? Wat maakt dit vakgebied zo interessant?
Ecologische systemen zijn geweldig om in te werken. Het is niet alleen fascinerend om te proberen te begrijpen hoe ecosystemen werken en hoe hun functioneren wordt beïnvloed door klimaat- en milieuveranderingen, maar het is ook van groot belang om onze kennis te vergroten over of en hoe we ecosystemen kunnen gebruiken in onze strijd tegen klimaatverandering. Ik geloof sterk dat (semi-)natuurlijke ecosystemen onze beste bondgenoten zijn in die strijd. Oh ja, en als ecoloog is je kantoor vaak buiten. Helemaal niet slecht, zou ik zeggen!
Waar doe je momenteel zelf onderzoek naar?
Met mijn team – Carrie Thomas, Yvet Telgenkamp en Rosa Boone – probeer ik de rol van biodiversiteit en van plant-microbe interacties op de weerstand en veerkracht van ecosystemen tegen klimaatverandering te begrijpen. We zijn net terug van onze veldlocatie in Zuid-Zweden, waar we een langlopend experiment uitvoeren dat gericht is op het begrijpen van de rol van planten op biotische en abiotische processen in de veengrond. Elk jaar brengen we bachelor- en masterstudenten naar deze locatie waar ze zelf kunnen experimenteren.
Welke tip heb je voor studenten die hun studiekeuze gaan maken?
Het eerste is om in jezelf te geloven; je hoeft niet de slimste persoon ter wereld te zijn om je doelen te bereiken. Met een goede dosis enthousiasme kom je een heel eind. Ten tweede, volg je eigen pad. Ten derde, praat met docenten en maak hen onderdeel van je keuzes. Heel vaak willen zij ook het beste voor jou.
Wat brengt jouw werk in de praktijk jou in je academisch werk, en andersom?
Mijn werk als onderzoeker en mijn rol als docent zijn erg verweven. Ik denk dat je ecologie alleen kunt leren door te doen. Buiten zijn; observeren en experimenteren! Dat doe ik in mijn werk als onderzoeker, maar ik gebruik dit ook in mijn onderwijs.
Wat is het mooiste aan het docentschap?
Ik hou van de interactie met studenten; het houdt me jong. Ik vind het geweldig om te zien hoe studenten uitgroeien tot experts en jonge professionals. Ik voel me vaak trots als ik zie dat studenten verder komen en denk dat ik misschien een kleine rol heb gespeeld in hun academische en professionele inspanningen. Ik vind het geweldig om met studenten in gesprek te gaan en geïnspireerd te raken; zoveel studenten hebben geweldige ideeën. Ik denk meestal niet aan een hiërarchie op de universiteit en vertel mijn studenten dat de enige reden dat ik lesgeef is omdat ik meer ervaring heb. Voor mij voelt dat bevrijdend!