Studieprogramma

Vakdidacticus, pedagoog en professional 

De lerarenopleiding is gericht op de ontwikkeling die jij als docent doormaakt. Je ontwikkelt je tot vakdidacticus, pedagoog en professional (zie afbeelding onderaan deze pagina). In het onderwijs en de toetsing wordt altijd aandacht besteed aan de drie onderdelen van de onderwijscyclus: voorbereiden – uitvoeren – evalueren, om zowel de verantwoording als de reflectie goed tot uitdrukken te laten komen. 

Na het afronden van de opleiding:

  • Voldoe je aan de wettelijke bekwaamheidseisen voor eerstegraads docenten in het voortgezet onderwijs  
  • Kun je op academisch niveau en als creatieve voorloper bijdragen aan het onderwijs en de leergemeenschap
  • Kun je zelfstandig je ontwikkeling evalueren en bijsturen

Studieprogramma

  • Jaarprogramma jaar 1

    Praktijkervaring is essentieel om een goede docent te kunnen worden. Daarom bestaat de lerarenopleiding voor de helft uit theorie en voor de helft uit praktijk. Op maandag en vrijdag volg je onderwijs aan de universiteit. Daarnaast loop je stage op dinsdag, woensdag en donderdag. De momenten waarop geen stage of colleges zijn geroosterd, besteed je aan zelfstudie en opdrachten.

    Bekijk jaarprogramma jaar 1

Stage

De Eenjarige Educatieve Master duurt in principe een jaar en heeft een totale omvang van 60 studiepunten (EC), waarvan de stage 30 EC omvat. Tijdens het eerste semester is dit een begeleide stage en tijdens het tweede semester een zelfstandige stage.

Begeleide stage

De eerste weken van de begeleide stage zijn vooral oriënterend. Je observeert lessen bij je werkplekbegeleider en zijn of haar collega’s. Je krijgt zo hopelijk een idee van de school, de leerlingen en het lesgeven. Vanuit deze fase ga je steeds grotere delen van de les verzorgen, met als doel om na uiterlijk zes weken hele lessen te geven. Je werkplekbegeleider zal hierbij wel aanwezig zijn.

Na de oriënterende fase vindt de eerste beoordeling van de stage plaats, op basis waarvan jij je leerdoelen voor de volgende periode kunt opstellen.

In de tweede helft van de begeleide stage neem je steeds meer lessen over van je werkplekbegeleider (en/of zijn of haar collega’s). Je geeft dan ongeveer zes lessen per week, aan dezelfde klassen. Tijdens deze periode zal je begeleider steeds minder aanwezig zijn terwijl je voor de klas staat.

In de laatste maand van de begeleide stage bereid je je vast voor op de zelfstandige stage. Dit houdt in dat je eventueel nieuwe klassen al leert kennen en dat je minder les geeft in klassen die je in het tweede semester niet meer hebt.

Aan het eind van de begeleide stage vindt het tweede evaluatiemoment plaats. Je werkplekbegeleider en een tweede beoordelaar van je stageschool evalueren jouw ontwikkeling van de afgelopen maanden. Deze evaluatie en je portfolio leiden tot je cijfer voor het tentamen Begeleide Stage.

Zelfstandige stage

Je verzorgt tijdens deze stage zelfstandig zes tot acht lessen per week. Je hebt dan wel ongeveer twee begeleidingsmomenten per week met je werkplekbegeleider om praktische zaken en de lessen te bespreken.

Halverwege de stage vindt een beoordeling plaats. Tijdens deze evaluatie bespreken jij en je begeleider jouw ontwikkeling en stellen leerdoelen op voor de laatste periode.

Aan het eind van de stage vindt het laatste evaluatiemoment plaats. Jouw begeleider beoordeelt dan samen met een tweede beoordelaar van je stageschool jouw ontwikkeling. Deze evaluatie en je portfolio leiden tot je cijfer voor het tentamen Zelfstandige Stage.

Alles over stageplaatsing

pedagogische rollen voor de educatieve opleidingen