Kun je jezelf voorstellen?
Sinds 2018 ben ik als docent Duitse Taal & Cultuur en Nederland-Duitsland-Studies verbonden aan de Faculteit der Letteren. Ik verzorg voornamelijk colleges op het gebied van taalvaardigheid, interculturele communicatie en de Duits-Nederlandse betrekkingen in toegepaste zin. Denk hierbij aan het geven van praktijkgerichte colleges over grensoverstijgende samenwerking, het begeleiden van case-study's voor Nederlandse en Duitse organisaties en het aanleren van cultuur-reflexieve competenties.
Waarom heb je ervoor gekozen om in dit vakgebied te gaan studeren/werken? Wat maakt dit vakgebied zo interessant?
Nederland-Duitsland-Studies is vanwege de multidisciplinaire opzet een zeer veelzijdige opleiding. Niet alleen qua inhoud, maar ook qua studenten. Ik probeer onze studenten met verschillende bachelorachtergronden uit te dagen om actuele vraagstukken vanuit hun eigen expertise te bediscussiëren. De colleges zorgen vaak niet alleen voor leermomenten bij de studenten onder elkaar, maar ook bij mezelf. Deze inhoudelijke uitwisseling maakt mijn werk erg boeiend. En het laat me zien dat je op complexe vraagstukken alleen sámen zinvolle antwoorden kunt vinden.
Waar doe je momenteel zelf onderzoek naar?
Ik ben bezig met een onderzoek naar cultuurbewustzijn in het onderwijs en hoe pluriculturele uitwisselingen hieraan kunnen bijdragen. Dit sluit dan weer mooi aan bij mijn werkzaamheden als docent.
Welke tip heb je voor studenten die hun studiekeuze gaan maken?
Loop een keertje mee met een huidige student! Op die manier proef je direct de sfeer en heb je een duidelijker beeld voor ogen wat een opleiding je kan bieden.
Wat brengt jouw werk in de praktijk (buiten jouw rol als docent/onderzoeker aan de Radboud Universiteit) jou in je academisch werk, en andersom?
Ik woon in een pluriculturele wijk in Nijmegen. Op weinig ruimte leven duizenden mensen met verschillende culturele achtergronden bij elkaar. Vaak worden dit soort wijken als ‘achterstandswijken’ bestempeld op grond van minder gemiddeld inkomen of andere socio-economische factoren zoals het opleidingsniveau. Dit is maar de helft van de waarheid! In de praktijk leer ik zo veel van mijn buren, vaak ook met een niet-westerse achtergrond. Deze ervaringen kan ik soms weer terug laten komen in mijn colleges. Andersom vind ik inderdaad dat nog te weinig inwoners in de Nederlands-Duitse grensregio met een niet-westerse achtergrond hun weg naar de universiteit vinden. Zelfs als zij qua werk- en denkniveau uitermate geschikt zouden zijn, kiezen ze blijkbaar minder vaak voor een academische opleiding en wetenschappelijke carrière. Hier hebben we bij mijns inziens als universitaire gemeenschap een gezamenlijke taak om dit te veranderen.