Victor van Boxtel

Portretfoto Victor van Boxtel
Gevoelsmatig is het belangrijk dat er mensen met brede kennis van religies zijn. Hiermee kunnen wij als religiewetenschappers complexe situaties in de wereld met betrekking tot religies, beter duiden.
Naam
Victor van Boxtel
Opleiding
Religiestudies
Land van vorige opleiding
Nederlands
Vooropleiding
Bachelor Religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit

Vanwege mijn functiebeperking kwam ik op mijn 6e in het speciaal onderwijs in Eindhoven terecht. Hier doorliep ik de basisschool en behaalde ik mijn vmbo-k diploma. Vervolgens maakte ik de overstap naar het volwassenonderwijs in Eindhoven. Daar haalde ik achtereenvolgens mijn vmbo-t en Havo-diploma en een aantal vwo-deelcertificaten. Daarmee ging op mijn 22e eindelijk de poort naar de universiteit open en kon ik starten met de bachelor Religiewetenschappen. Heel eerlijk gezegd was dit wel mijn tweede keus.
Geschiedenis was mijn eerste keus want van kinds af aan was ik bijzonder geïnteresseerd in geschiedenis. Maar tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van mijn keuze. Mijn liefde voor geschiedenis sluit aan bij veel vakken die je in de bachelor Religiewetenschappen volgt. Zo doe ik uiteindelijk toch nog wat ik het liefste wil. Vanwege mijn functiebeperking had ik gedurende mijn bachelor recht op studievertraging maar afgelopen jaar kon k dan toch starten met de master vergelijkende Religiewetenschappen.

Wat spreekt je aan in de master en waarom?
Wat mij in de master aanspreekt is dat je de diepte ingaat. Ik vond de vakken van de bachelor waanzinnig interessant. Jammer genoeg bleef dat alleen bij algemene inleidende colleges. Tijdens de master kun je de focus leggen op specifieke deelgebieden die je interessant vindt. 

Hoe ervaar je de sfeer binnen de opleiding? Bijvoorbeeld de samenwerking tussen studenten en het contact met docenten/onderzoekers.
Vooropgesteld is dat ik veel last heb van de beperkingen die corona opwerpt. Ik baal dus echt enorm dat ik nu thuis zit en niet naar de faculteit kan. Maar de voorgaande studiejaren geven mij wel het gevoel dat we echt een mooie en unieke opleiding hebben. De sfeer en het contact met je docenten en begeleiders is vaak persoonlijk en plezierig. De feedback is vaak positief. De docenten zijn heel benaderbaar en bevlogen. Ik merk dat dit echt een factor is waarom ik het zo uitstekend naar mijn zin had/heb. Over de sfeer tussen studenten onderling ben ik iets minder positief omdat ik het vanwege mijn functiebeperking moeilijk vond om aansluiting te krijgen. Gevoelsmatig stond ik er wel voor open maar werd dat niet opgemerkt door het merendeel van mijn jaargenoten. Dit vond ik wel lastig.

Wat vind je het meest uitdagend aan de master(specialisatie)? Zijn er dingen waar je tegenaan loopt?
Op dit moment worstel ik het meest met mijn stage die door corona in het water gevallen is. Er lagen overeenkomsten voor een stage intern aan de universiteit, maar door corona ging het niet door. Weliswaar heb ik geprobeerd om online het nodige er aan te doen maar dat is écht niet hetzelfde. Je mist je directe contacten, feedback en overlegmomenten.

Kun je iets vermelden over je stage en/of je scriptie?
Mijn stage bestond uit een literatuurstudie. Uiteindelijk heb ik voor mijn stage een hoofdstuk voor mijn masterscriptie geschreven. Daarin vergelijk ik de mensbeelden van Helena Petrovna Blavatsky (de grondlegster van de Theosofie) en Savitri Devi (een Franse politieke activiste): wat zijn de overeenkomsten en waar ze verschillen van elkaar.

Waarom is het belangrijk dat er mensen zijn met deze master(specialisatie) op zak? Wat wil je er zelf mee gaan doen na het afronden van je master?
Gevoelsmatig is het belangrijk dat er mensen met brede kennis van religies zijn. Hiermee kunnen wij als religiewetenschappers complexe situaties in de wereld met betrekking tot religies, beter duiden. Zelf heb ik een baan gevonden bij het museum (voor religieuze kunst) Krona in Uden. Hier heb ik een onderzoeksaanstelling gekregen. Hier doe ik archiefonderzoek voor de tentoonstelling rondom het Brabants Kloosterjaar.