‘Ik was al langer geïnteresseerd in beleid en wilde graag nadenken over een actueel probleem. Daarbij leek het me leuk om met een cliënt te werken en praktisch aan de slag te gaan. Hierbij sloot dit honoursprogramma perfect aan. Toen ik me ging oriënteren op de mogelijke projecten, zag ik dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de cliënt was bij het project Climate Change. Omdat het onderwerp me erg aansprak en het mij vanuit mijn achtergrond in de politicologie interessant leek met deze cliënt te werken, besloot ik me aan te melden.’
Het onderzoek
Tijdens het project bogen studenten zich over mogelijkheden om klimaatverandering tegen te gaan. ‘Het ministerie werkte aan programma’s waarin het niet kappen van bos financieel beloond zou worden. Ons team zocht uit wat de beste manier is om deze programma’s vorm te geven. Hiervoor hebben we zelf veel gebrainstormd en literatuuronderzoek uitgevoerd en we zijn met veel mensen in gesprek gegaan. We hebben bijvoorbeeld een bijeenkomst gehad op het ministerie, contact met het instituut dat dit soort projecten al langer wetenschappelijk onderzoekt en gebeld met een samenwerkingspartner in Thailand. De gesprekken hebben we gebruikt voor vervolgonderzoek, op basis van de vragen van de cliënt.’
Het was een bijzondere ervaring om samen te werken met studenten van andere opleidingen. ‘De studenten binnen ons team hadden variërende achtergronden zoals Bedrijfskunde, Politicologie en Biologie. Hierdoor zijn er verschillende invalshoeken en kun je veel van elkaar leren. Wat het programma naast deze intensieve samenwerking zo waardevol maakt, is dat de cliënt ook daadwerkelijk iets gaat doen met wat je aanlevert. Het ministerie van Buitenlandse Zaken neemt ons rapport mee in de keuze welke programma’s zij gaan sponsoren. Als honoursstudent kun je daadwerkelijk een impact hebben.’
Vervolgcarrière
Het onderzoek bij het ministerie sprak Meindert zo aan, dat hij op zoek ging naar mogelijkheden om zijn kennis uit te breiden. ‘Na het afronden van het honoursprogramma en mijn masterscriptie ben ik stage gaan lopen bij de afdeling Humanitaire Hulp van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar werkte ik aan verschillende onderwerpen, van parlementair werk (zoals Kamervragen) tot het grensvlak tussen humanitaire hulp en bijvoorbeeld vredesopbouw. Als onderdeel van mijn stage heb ik politieke debatten en zelfs een vergadering van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) in Parijs bijgewoond. Tijdens mijn stage merkte ik dat de ervaring met Buitenlandse Zaken die ik tijdens het honoursprogramma had opgedaan heel waardevol was. Ook na mijn stage kon ik hier blijven werken: ik werk momenteel als beleidsmedewerker bij de afdeling Humanitaire Hulp. Dit werk bevalt nu nog steeds heel goed.’