Na afloop van deze colleges kun je:
|
|
Religie is nadrukkelijk aanwezig in het publieke domein door diverse vormen van participatie van burgers en religieuze organisaties. Religie is het object geworden van toenemende belangstelling zowel in de media, als in de wetenschap en het gemeentelijke beleid. In gemeentes en overheidsinstellingen komt deze belangstelling tot uiting in de vorm van steeds nieuwe maatschappelijke vraagstukken: Hoe staat het met de beleidsvisie op de religieuze voorzieningen die nodig zijn om als moslim, christen of hindoe een leven te kunnen opbouwen in Nederland? Hoe kan de overheid bijvoorbeeld interveniëren om multiculturele spanningen op te lossen en daarbij het beginsel van de scheiding tussen kerk en staat te handhaven? Of, welke kwaliteitseisen hanteert een gemeente voor de subsidiëring van activiteiten van religieuze organisaties?
Het practicum beleidsplanning en -implementatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel behandelt theorieën en modellen voor een strategie gericht op de perceptie van conflicten, uitdagingen en kansen die gepaard gaan met de relatie tussen gemeentelijke overheid en religieuze organisaties. In het tweede deel van het practicum breng je bevindingen uit eigen onderzoek ter discussie en formuleer je een beleidsadvies of een beleidsevaluatie. Aangekaarte, gesignaleerde beleidsproblemen worden systematisch geanalyseerd en onderworpen aan twee fases van de beleidscyclus (beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie). Na een groepsbespreking formuleer je een beleidsadvies of een beleidsevaluatie ter afronding van het practicum.
|
|
|
|
|
Paper en presentaties:
In periode 2 vinden een tussenevaluatie en een presentatie plaats aan de hand van een paper. De tussenevaluatie heeft een waarde van 20% van het eindcijfer en is verplicht voor de stage en de presentatie heeft een waarde van 10% van het eindcijfer. Nadere informatie over dit onderdeel vind je in de handleiding.
Het practicum wordt afgesloten met een werkstuk met een waarde van 70% van het eindcijfer. |
|
|