Na afloop van de cursus:

• weet je welke eisen er aan een goede wetenschappelijke tekst worden gesteld;
• kun je deze eisen toepassen bij het schrijven van een eenvoudig academisch paper. Dit houdt in dat je een afgebakende godsdienstwetenschappelijke of theologische vraagstelling kunt formuleren, dat je een beperkt literatuuronderzoek uit kunt voeren, dat je kritisch gebruik kunt maken van een aantal bronnen in je betoog en dat je volgens gangbare, academische richtlijnen kunt verwijzen naar gebruikte bronnen;

Voortraject werkplaats pre-master werkstuk
Ter voorbereiding van het schrijven van een wetenschappelijk werkstuk (FTR-RTPM150) volgen pre-master studenten het practicum 'Academische vaardigheden'. In het practicum maak je kennis met de belangrijkste aandachtspunten voor het schrijven van een werkstuk. Zo is het raadzaam een goede planning te maken. De eerste fase begint met nadenken over het onderwerp en het bedenken van een goede probleemstelling. In twee inleidende bijeenkomsten komen de basisbeginselen en vereisten van een goed academisch schrijverschap aan bod. Vervolgens krijg je een opdracht voor een eerste opzet van het eigen werkstuk. In de derde en laatste bijeenkomst worden de opzetten besproken.

Het practicum 'Academische vaardigheden' vormt een onderdeel van de 'Werkplaats (eind)werkstuk' (FTR-RTBA350) die in het tweede semester aan bachelor en pre-master studenten wordt aangeboden. Voor alle twee onderdelen geldt aanwezigheidsplicht.