- Je begrijpt (op inleidend niveau) hoe de waardering van lichamelijkheid en seksualiteit in de christelijke traditie tot stand kwam, en hoe ze doorwerkt in de moderne westerse cultuur.
- Je begrijpt (op inleidend niveau) hoe de waardering en verbeelding van het lichaam in de christelijke traditie samenhangt met de verbeelding van heil en onheil in die traditie.
- Je kunt, op basis van de begripsvorming benoemd in voorgaande leerdoelen, via tekst- en/of beeldanalyse een vergelijkbare samenhang laten zien in (beeld)producten uit de moderne westerse cultuur.
- Je kunt binnen de bestudeerde voorstellingen en praktijken de (uit)werking van 'gender' herkennen en beargumenteerd in je analyse verwerken.
|
|
In de christelijke traditie wordt het lichaam op tal van manieren verbeeld, zowel positief als negatief. Hoe hangt die ambivalente waardering van lichamelijkheid en seksualiteit samen met de verbeelding van (on)heil in deze traditie? En hoe werkt ze door in de moderne westerse beeldcultuur?
Het lichaam speelt in de christelijke traditie een centrale, maar ambivalente rol. Enerzijds geldt het als bron van ontregeling en onheil; anderzijds wordt het verwachte ‘heil’ (de religieuze belofte van geluk en heelwording) verbeeld als vervolmaking van het lichaam. Wat werd in lichamelijkheid en seksualiteit gevreesd, en onder welke voorwaarden kon het lichaam teken van ‘heil’ zijn? En wat gebeurt er als vrouwen – mystica’s in de katholieke traditie, maar ook vrouwen in onze eigen tijd: schrijfsters, kunstenaressen, popsterren etc. – actief gaan deelnemen aan de verbeelding van lichamelijkheid, seksualiteit en sekse? Welke transformaties treden dan op in de verbeelding van het heilige en het onheilige lichaam? We bestuderen de christelijke beeldwereld dus vanuit gender-perspectief, waarbij de nadruk ligt op ontwikkelingen en doorwerkingen in de moderne westerse (beeld)cultuur. |
|
|