- De student heeft grondige kennis van en inzicht in de systematiek en het functioneren van de algemene leerstukken van het materiële strafrecht.
- De student beheerst de relevante beginselen, grondbegrippen en kernleerstukken van het strafrecht, ook in hun onderlinge samenhang.
- De student kan zijn juridische kennis en inzichten toepassen op gemiddeld complexe problemen die zich in de rechtspraktijk omtrent het materiële strafrecht voordoen. Hij is in staat deze problemen in het passende juridisch kader te plaatsen en van daaruit tot een beargumenteerde oplossing of beargumenteerde oplossingsrichtingen te komen. Hij heeft daarbij zo nodig oog voor raakvlakken met andere rechtsgebieden en voor de maatschappelijke context van het recht.
- De student kan een zorgvuldig geformuleerd en beargumenteerd standpunt innemen op het gebied van de kernleerstukken van het materiële strafrecht.
- De student is, op het terrein van het materiële strafrecht, in staat zich zelfstandig een gemotiveerd oordeel te vormen over het geldende recht, gemiddeld complexe juridische vraagstukken; en juridische teksten in de breedste zin des woords (waaronder in ieder geval al dan niet nieuwe wetgeving, verdragen, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur).
- De student heeft grondige kennis van en inzicht in de systematiek en het functioneren van het penitentiair recht, de forensische psychiatrie en de bijzondere strafwetten.
|
|
|
In het tweede semester staat het materiële strafrecht centraal. Daarbij wordt ingegaan op causaliteit, wederrechtelijkheid, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden, poging en voorbereiding, daderschap, deelneming en samenloop. Daarnaast komt een aantal deelthema’s meer verdiepend aan bod bij de verdiepingswerkgroepen. Voorts komen het penitentiair recht, de forensische psychiatrie en enkele bijzondere (straf)wetten aan de orde. Na afloop van de cursus strafrecht en strafprocesrecht II dient de student grondige kennis van en inzicht in de algemene beginselen en de algemene leerstukken van het materiele strafrecht te hebben verkregen en in staat te zijn dwarsverbanden te leggen tussen de diverse onderwerpen van de vakken straf(proces)recht I en straf(proces)recht II.
|
|
|
Voorkenniseisen voor het volgen van onderwijs en het afleggen van tentamens. Studiepunten: 45 EC aan B1-vakken. Vak voorkennis: Strafrecht B1.
|
|
De wijze van tentamineren is schriftelijk. |
|
Het onderwijs bestaat in elk geval uit hoorcolleges (RGL: in beginsel tweemaal 2 uur per week / ELSNOT: eenmaal 2 uur per week) en werkgroepen (eenmaal 2 uur per week). Voor studenten RGL en ELS geldt een essayverplichting voor Straf(proces)recht I of Straf(proces)recht II. Voor studenten Not. geldt deze verplichting niet.
Contact informatie:
Secretariaat: mw. L. Achten, Montessorilaan 10, tel. 024-(36)12185, e-mail: strafrecht@jur.ru.nl
Docenten en spreekuren: mr. J.P. Cnossen (Jelle), (coördinator), tel. 024-(36)15537, e-mail jelle.cnossen@ru.nl, spreekuur na afspraak. Mw. prof. mr. M.I. Fedorova, tel. 024-(36)15706, e-mail: masha.fedorova@ru.nl spreekuur na afspraak via secretaresse, tel. 024-(36)12185 / strafrecht@jur.ru.nl
|
|