Na afloop van deze cursus kan de student: - een overzicht geven van de belangrijkste theoretische uitgangspunten van respectievelijk de hermeneutiek en de literatuursociologie;
- methoden die uit deze twee paradigma's voortvloeien inzetten bij de bestudering van teksten uit de westerse literatuur;
- in woord en geschrift blijk geven van een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van de theorie en een eigen standpunt in het actuele debat over hermeneutiek en literauursociologie formuleren.
- de in de cursus Academische Vaardigheden opgedane competenties zelfstandig inzetten bij de schriftelijke en mondelinge analyse van gegeven casussen.
|
|
In deze cursus bestuderen we twee theoretische paradigma’s die het actuele debat over literatuurwetenschap bepalen. In de eerste weken verdiepen we ons – voortbouwend op de cursus Analyse – in de hermeneutiek: het denken over het interpreteren van teksten en over de rol van auteur en lezer bij het toekennen van betekenis. Vervolgens bestuderen we een met de hermeneutiek ‘concurrerend’ paradigma dat de laatste decennia veel terrein heeft gewonnen: de literatuursociologie, waarin de opvatting domineert dat teksten hun betekenis en waarde krijgen in een sociaal proces van toekenning. Je leert de grondslagen van beide paradigma’s kennen en aan de hand van praktijkonderzoek leer je welke methodologische consequenties voortvloeien uit het gekozen paradigma. De uiteenlopende posities worden telkens bestudeerd in relatie tot primaire literaire teksten.
|
|
|
|
|
|