Na afloop van deze cursus kan de student:
- een overzicht geven van verschillende theoretische uitgangspunten binnen de literatuurwetenschap;
- literatuurwetenschappelijke methoden inzetten bij de bestudering van teksten;
- in woord en geschrift blijk geven van een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van de theorie en een eigen standpunt formuleren;
- de in de cursus Academische Vaardigheden opgedane competenties zelfstandig inzetten bij de schriftelijke en mondelinge analyse van gegeven casussen.
|
|
In deze cursus zullen we de individuele en de collectieve aspecten van literatuur(onderzoek) met elkaar vergelijken. Daartoe bestuderen we onder andere twee theoretische paradigma’s die het debat over literatuurwetenschap bepalen: we verdiepen ons – voortbouwend op de cursus Analyse – in de hermeneutiek: het denken over het interpreteren van teksten en over de rol van auteur en lezer bij het toekennen van betekenis; maar ook bestuderen we een met de hermeneutiek ‘concurrerend’ paradigma dat de laatste decennia veel terrein heeft gewonnen: de literatuursociologie, waarin de opvatting domineert dat teksten hun betekenis en waarde krijgen in een sociaal proces van toekenning. Is het de auteur, de lezer, of de maatschappij die bepaalt wat een literair werk betekent? We zullen dus het spanningsveld tussen het persoonlijke en het maatschappelijke onderzoeken, met betrekking tot literatuur en literatuurwetenschap.
|
|
|
|
|
|