Na afloop van de cursus kan de student:
- de expressieve kwaliteiten van muziek herkennen en omschrijven met als doel de mogelijke betekenissen van muziek in bepaalde contexten te analyseren;
- muziek analyseren met behulp van Deleuziaanse theorieën en zodoende bepaalde cultuurgerelateerde vragen over muziek beantwoorden;
- de gebruikte analysemethode kritisch evalueren;
- reflecteren op gebruikte analysemethodes in teksten van andere onderzoekers/studenten (taal en stijl; structuur; verwerking/gebruik van de theorie; gebruik van noten, referenties en bibliografie) en daardoor ook zijn/haar eigen werk kritisch beoordelen.
|
|
De cultuurwetenschap heeft in de loop van de twintigste eeuw een zeer waardevol theoretisch instrumentarium ontwikkeld, die echter voornamelijk zijn toegepast op visuele en tekstuele objecten. In deze cursus onderzoeken we op welke manieren theorieën en methodes uit de cultuurwetenschap ook productief kunnen zijn bij de bestudering van de muziekcultuur. De thema's die hierbij centraal zullen staan zijn muzikale expressie, de mogelijke functies en de werking van muziek. Om deze aspecten van de muziekcultuur goed te kunnen begrijpen, dient verder gekeken te worden dan de muziek "zelf". Muziek ontleent haar zeggingskracht juist door de intertekstuele relaties die zij legt met buitenmuzikale elementen, relaties die met theorieën en methodes uit de cultuurwetenschap op een productieve manier bestudeerd kunnen worden. |
|