Na afloop van deze cursus kan de student:
- de verhouding tussen kunst en maatschappij in historisch perspectief, op basis van verworven inzicht in de actuele en historische ondersteuning van de kunsten, en daarmee in maatschappelijke en artistieke processen, praktijken en (representaties van) machtsverhoudingen in de culturele wereld van nu en het verleden, beschouwen, en relateren aan discussies die vroeger en nu binnen en buiten de kunstwereld over dit onderwerp werden gevoerd;
- een weloverwogen en goed geïnformeerde bijdrage aan actuele wetenschappelijke, maatschappelijke en kunstinhoudelijke debatten leveren. Hij/zij kan theoretische literatuur kritisch verwerken en toepassen in eigen (casus)onderzoek dat uitmondt in een overtuigende mondelinge en/of schriftelijke (debat)bijdrage;
- kennis over cultuursponsoring en mecenaat inzetten bij onderzoek naar onder meer de relatie tussen kunst en maatschappij, het functioneren van culturele netwerken, de machtsverhoudingen binnen (en soms ook buiten) de kunstwereld en processen van (zelf)enscenering en legitimering van weldoeners en ontvangers van steun;
- kunsthistorische, cultuursociologische en antropologische theorievorming (Bourdieu, Becker, Komter) en concepten ontleend aan de (bedrijfs-)communicatie evalueren en toepassen binnen eigen onderzoek;
- een opiniestuk schrijven voor de opiniepagina's van een krant of opinieblad. Uit de bijdrage blijkt dat hij/zij een helder verwoord en scherp beargumenteerd standpunt in de discussie rondom cultuurbeleid en mecenaat kan innemen en dat hij/zij wetenschappelijke literatuur en daarin vervatte inzichten kritisch kan wegen.
|
|
|
Kunst kan niet bloeien zonder doelbewuste ondersteuning. Dat geldt vandaag de dag, maar ook in eerdere eeuwen werd het maken en verspreiden van kunst en cultuur op uiteenlopende manieren bevorderd en gesteund. Particuliere ondersteuning van de kunsten (door vorsten, heersers, weldoeners, mecenassen, verzamelaars en opdrachtgevers) is van alle tijden. De laatste 65 jaar worden kunstenaars en culturele instellingen bovendien ondersteund door de overheid (fondsen, staatssubsidies), door liefdadige fondsen (Prins Bernhardfonds, VSB Fonds), en door het bedrijfsleven (cultuursponsoring door ondernemingen, opbouw van bedrijfscollecties). Deze cursus gaat over cultuursponsoring en mecenaat in heden en verleden, en over de manier waarop we kennis over de ondersteuning van cultuur kunnen gebruiken bij onderzoek naar (1) de relatie tussen kunst en maatschappij, (2) het functioneren van culturele netwerken, (3) de machtsverhoudingen binnen (en soms ook buiten) de kunstwereld, (4) de omstandigheden van en de voorwaarden voor de productie en distributie van kunst, en (5) processen van (zelf)enscenering en legitimering van weldoeners en ontvangers van steun. De verschillende vormen van steun - particulier, door de overheid en door het bedrijfsleven - zullen casusgewijs en in historisch perspectief worden bestudeerd. Daarbij maken we gebruik van kunsthistorische, cultuursociologische, economische en antropologische theorievorming (Bourdieu, Becker,Komter, Kirchberg). Bovendien werken we aan een reconstructie van de hoog oplopende discussie over de (on)wenselijkheid van cultuursponsoring en mecenaat die de laatste jaren binnen de (inter)nationale kunstwereld wordt gevoerd. |
|
|
|
|
|
|