Aan het einde van de cursus kan de student:
- kenmerken van corpusonderzoek, experimenteel onderzoek en surveys benoemen en juist toepassen
- bij gegeven onderzoeksvragen en hypothesen passende methodologische en statistische keuzes maken en beargumenteren
- kenmerken van de tweeweg variantieanalyse benoemen, beredeneren in welke omstandigheden deze methode het beste kan worden gebruikt en daarover accuraat rapporteren volgens APA
|
|
In deze cursus verdiep je je kennis en vaardigheden met betrekking tot gevorderde methodologische en statistische technieken. Het gaat daarbij om die methoden en technieken die je zowel in het meer praktijkgerichte als het meer wetenschappelijk gerichte onderzoek nodig hebt. De insteek is dat je weet welke methoden en technieken je het beste onder welke omstandigheden kunt inzetten, hoe je ze moet gebruiken en hoe je de uitkomsten van statistische toetsen moet interpreteren.
Periode 3 is een hoorcollege en periode 4 is een werkcollege. |
|