Aan het einde van de cursus kan de student …:
1. … fonetiek en fonologie als gebieden binnen de taalwetenschap begrijpen en plaatsen;
2. … thema’s die in de taalkundige disciplines fonetiek (bijv. hoe klanken geproduceerd worden en hoe ze d.m.v. het IPA-alfabet weergegeven kunnen worden) en fonologie (bijv. de regelmatigheden m.b.t. de opbouw van woorden en lettergrepen op klankniveau) in het algemeen en specifiek met betrekking tot de Duitse taal relevant zijn, benoemen en uitleggen;
3. … de klankstructuur van het Duits aan de hand van concrete voorbeelden analyseren m.b.v. de regelmatigheden binnen de discipline fonologie;
4. … kennis over de belangrijkste fonologische regels van het Duits (waaronder verscherping, assimilatie en het sonoriteitsprincipe) toepassen op concrete voorbeelden;
5. … belangrijke verschillen tussen de Duitse en de Nederlandse taal aangaande de productie van klanken en de klankstructuur benoemen en in concrete voorbeelden beargumenteren, welke problemen om welke reden optreden;
6. … uitspraakproblemen aan de hand van de eigen uitspraak vaststellen en met behulp van de kennis van de Duitse klankproductie en klankstructuur met wetenschappelijke literatuur beredeneren.
7 … op basis van oefeningen strategieën ontwikkelen, waarmee de eigen uitspraak verbeterd kan worden;
8. … woorden/zinnen in het IPA-alfabet lezen en geluidsfragmenten/teksten met behulp van het IPA-alfabet transcriberen.
|
 |
|
In deze cursus krijgen de studenten een inleiding in de taalwetenschap en specifiek in de taalkundige disciplines fonetiek en fonologie. Ze leren de basisbegrippen uit deze disciplines kennen en worden vertrouwd gemaakt met de klankstructuur van het Duits. Op het gebied van de fonetiek leren studenten bijv. hoe klanken geproduceerd worden en hoe klanken d.m.v. het IPA-alfabet (fonetisch schrift) kunnen worden weergegeven. Op het gebied van de fonologie leren studenten de structuur van taal te 'ontleden' op het niveau van klanken en lettergrepen, zowel in het algemeen alsook meer specifiek met betrekking tot het Duits. Bovendien wordt er ter illustratie van de theorie ook bij fonologisch onderzoek stilgestaan en wordt de eigen uitspraak in het Duits geanalyseerd, geoefend en verbeterd.
|
|
|
|
1. Mondeling tentamen (0%)
Tijdens het mondeling tentamen na periode 3 wordt over de eigen uitspraak en verbetermogelijkheden gesproken (Leerdoel 2, 5, 6 en 7). Dit mondeling moet met ‘voldaan’ afgesloten worden. Leerdoel 8 wordt middels de transcripties getoetst, die voorwaarde zijn voor het deelnemen aan het mondeling tentamen.
2. Schriftelijk tentamen (100%)
Minimum cijfer is een 5,5. Tijdens het schriftelijke tentamen na periode 4 worden leerdoelen 1 t/m 5 getoetst.
|
|
|