De student:
- kan toelichten hoe het politieke systeem, het onderwijssysteem en het medialandschap van de Duitstalige landen zijn opgebouwd en welke demografische ontwikkelingen hedendaags typerend zijn voor de Duitstalige landen;
- kan met betrekking tot de bovengenoemde thema’s verschillen en overeenkomsten tussen de Duitstalige landen en Nederland benoemen;
- is bekend met Duitstalige (digitale) informatiebronnen en weet hoe hij informatie over een actueel landeskundliches thema kan verzamelen en evalueren;
- kan in een korte mondelinge presentatie de kern van een actueel landeskundliches thema voor zowel een Nederlandstalige als een Duitstalige publiek weergeven en hierover kritische discussievragen formuleren, waarbij correct en complex Duits (ERK-niveau C1) gehanteerd wordt;
- kan in groepsverband een probleemstelling m.b.t. een landeskundliches thema formuleren en daarin hoofd- en bijzaken onderscheiden. Deze probleemstelling kan hij in een portfolio vanuit verschillende perspectieven voor zowel een Duitstalig als een Nederlandse publiek uitwerken, waarbij de nadruk wordt gelegd op interculturele verschillen;
- kan in het portfolio Duitse taalvaardigheid op ERK-niveau C1 aantonen;
- kan in grensoverschrijdend samenwerking een project plannen en op effectieve wijze uitvoeren;
- is in staat om het grensoverschrijdend groepswerk en zijn eigen bijdrage daaraan kritisch te evalueren.
|
|
|
In Periode 1 und 2 haben Sie Deutschland schon aus nächster Nähe kennengelernt. In der dritten Periode erweitern und vertiefen Sie Ihre Kenntnisse, indem Sie sich mit einer Vielfalt landeskundlicher Themen beschäftigen. Der Fokus liegt dabei auf folgenden Themenbereichen:
1) das politische System;
2) die Medienlandschaft;
3) das Bildungssystem im Vergleich;
4) demografischer Wandel und seine Folgen.
Anhand von authentischen schriftlichen und audiovisuellen Materialien verschaffen Sie sich ein Bild von der Lebenswirklichkeit der deutschen, österreichischen und schweizer Gesellschaft und Sie informieren sich über aktuelle Debatten. Ein weiteres Ziel ist das Vergrößern Ihrer mündlichen und schriftlichen Textsortenkompetenz sowie Ihrer kommunikativen Fertigkeiten im interkulturellen Raum. Auf diese Weise bereitet der Kurs Sie auf Ihr Auslandsstudium im zweiten Jahr vor.
In Periode 3 werden alle viel Themenbereiche im Hinblick auf die Klausur inhaltlich vorgestellt. Diese Themenbereiche werden dann in Periode 4 von den Studierenden in den werkcolleges weiter vertieft. Dort arbeiten Sie in Gruppen an einem interkulturellen Projekt, wobei Sie ein ̶̶ eventuell lokales ̶̶ niederländisches oder deutsch-niederländisches Thema für ein deutschsprachiges Publikum aufarbeiten. Zunächst inventarisieren Sie die zentralen Fragestellungen bezüglich des Themas. Sie gehen diesen Fragen mittels ausführlicher Recherche nach und ermitteln unterschiedliche Dimensionen und Sichtweisen. Diese stellen Sie Ihrem deutschsprachigen Publikum unter Berücksichtigung der im Kurs besprochenen kommunikativen Konventionen vor. |
|
|
|
Duits op VWO-niveau/B2.
Note for exchange students: you cannot take this course if your German proficiency level is not at least B2.
|
|
|
Studenten die zich voor deze cursus inschrijven dienen rekening ermee te houden dat bij de cursus ook bijeenkomsten horen, die niet in een wekelijks rooster plaats vinden. We vragen enige flexibiliteit met betrekking tot reistijd en de data waarop de onderwijsbijeenkomsten zullen plaatsvinden.
|
|