Aan het einde van de cursus kan de student/e
- literaire teksten vanuit wetenschappelijk perspectief lezen, waarbij de student/e de principes van de narratologie toepast;
- het belang benoemen van methodisch werken in de literatuur- en cultuurwetenschap;
- de beginselen van het literatuurwetenschappelijke werk verrichten, waaronder gebruik maken van diverse zoeksystemen van bibliotheken zoals RU Quest en WorldCat en relevante digitale vakbibliotheken (b.v. via Germanistik im Netz);
- in schriftelijke opdrachten abstract en correct taalgebruik hanteren en een samenhangende argumentatie opbouwen;
- schriftelijke opdrachten met behulp van feedback zowel inhoudelijk als taalkundig verbeteren (cyclisch schrijven);
- de uitgangspunten van actuele theorieën in de literatuurwetenschap uitleggen en deze theorieën toepassen op de Duitstalige literatuur;
- in grote mate van zelfstandigheid een tekstanalyse opstellen, d.w.z. een heldere probleemstelling en bijbehorende vragen formuleren, relevant materiaal zoeken en op basis daarvan de primaire tekst bespreken;
- de resultaten van het eigen onderzoek schriftelijk en in correct Duits op minimaal ERK-niveau B2 weergeven;
- de conventies m.b.t. citaten, voet- en eindnoten en bibliograferen zoals uiteengezet in de ‘Leitfaden Zitieren’ correct hanteren.
|
 |
|
Er wordt veel over de kracht van verhalen gepraat en geschreven. Het gaat dan vaak over een uniek verhaal dat toch een universeel boodschap bevat. Het gaat ook over een diep menselijke behoefte want welk wezen weet door verhalen te vertellen zin te geven aan de wereld? Er zijn er heel veel verschillende soorten verhalen die afhankelijk van hun context en functie in structuur en opbouw verschillen en tegelijkertijd weer overeenkomsten vertonen. Denk aan bijvoorbeeld aan een grap: als je de pointe niet goed weet neer te zetten is er geen lol aan. Maar hoe werk je dan naar een goede pointe toe? En zo zijn er nog tal van andere voorbeelden te bedenken. In deze cursus ligt de focus op literaire vertellingen en hun bewerkingen - we noemen dit ook adaptaties - in andere media.
In deze cursus leer je de basiskennis van de vertelanalyse aan de hand van canonieke teksten uit de oudere en de moderne Duitse literatuur. We besteden aandacht aan de diverse genres (vooral proza en drama) en de media, waarin deze verhalen telkens weer vorm vinden. Bovendien verdiep je je kennis over de meest belangrijke narratologische begrippen en leer je deze toe te passen in een vertelanalyse. Denk daarbij aan begrippen als inhoud, onderwerp, motieven, structuur, stijl, vertelperspectief en vertelmodi. Begrippen die je ongetwijfeld al hebt gebruikt in je leesverslagen op school. In deze cursus gaan we nog een stap verder en leer je de narratologische analyse te verbinden met een bepaald theoretisch perspectief. Het gaat dan om een wetenschappelijk onderbouwde interpretatie van een verhaal en voor deze onderbouwing gebruiken van theoretische inzichten uit verschillende wetenschappelijke gebieden binnen en buiten de geesteswetenschappen. Een theoretische onderbouwing of argumentatie vormt het beginpunt van elk wetenschappelijke analyse, ongeacht of het om empirisch natuurwetenschappelijk of interpreterend cultuur- en taalwetenschappelijk onderzoek gaat. We oefenen dit onderdeel in de schriftelijke opdrachten die bij deze cursus horen. Al met al biedt deze cursus je dus de nodige handvaten om door de gerichte tekstanalyse en interpretatie van teksten je inzichten in de opbouw en structuur van verhalen te verdiepen en deze kennis in eigen teksten toe te passen die voldoen aan de academische schrijfvaardigheid.
|
 |
|
|
Duits op B2-niveau.
Note for exchange students: you cannot take this course if your German proficiency level is not at least B2.
|
|
|
Luistertaal
Deze cursus kan door minorstudenten ook in de luistertaalvariant gevolgd worden. Dat houdt in dat studenten die wel over voldoende receptieve kennis van het Duits beschikken om teksten te kunnen lezen en de colleges te kunnen volgen, maar wiens spreek- en schrijfvaardigheid in het Duits niet zo goed is, de mogelijkheid krijgen om bij deze cursus de opdrachten, presentaties, en toetsen in het Nederlands of Engels te maken. Bij tentamens is de vraagstelling dan in het Duits en mag je in het Nederlands of Engels antwoorden. Als je belangstelling hebt en zelf denkt dat je voldoende receptieve vaardigheid bezit, neem dan contact op met de cursuscoördinator van deze cursus. Klik hier voor een zelftest Duits.
Het laatste leerdoel voor studenten die deze cursus in de luistertaalvariant volgen, is iets anders dan voor de bachelorstudenten, namelijk aan het einde van de cursus kan de student de resultaten van het eigen onderzoek schriftelijk weergeven.
English: This course is also open to Lingua Receptiva students (“luistertaal”). Lingua Receptiva means that students who have sufficient receptive knowledge of German to be able to read texts and follow lectures, but whose speaking and writing skills in German might not be good enough, are given the opportunity to do the assignments, presentations, (oral) exams and assignments in Dutch or English. So for example, in case of an exam the questions are in German but you may answer them in Dutch or English. If you are interested and think you have sufficient receptive skills, please contact the coordinator of that course. Click here for a receptive skills test German.
The final learning goal of this course is altered for luistertaalstudents, namely "at the end of this course the student can present the results of their own research in written form.
|
 |
|