Aan het einde van de cursus kan de student:

De centrale vraag in deze cursus is: Hoe leren mensen taal? Om die vraag te beantwoorden worden eerst de overeenkomsten en verschillen tussen de processen van eerste en tweede/vreemde taalverwerving aan de orde gesteld. Daarna maken de studenten kennis met theoretische modellen die mogelijke verklaringen geven voor de processen die een rol spelen bij taalverwerving en leren ze deze modellen kritisch te vergelijken. Vervolgens worden individuele, taalspecifieke en externe factoren die taalverwervingsprocessen beïnvloeden besproken. Ook hier zullen we opnieuw bespreken in hoeverre de contexten van eerste en tweede/vreemde taalverwerving verschillen in relatie tot deze factoren.
Hoewel de vragen nogal theoretisch van aard zijn, zal ook hun toepasbaarheid in de praktijk worden besproken. In deze cursus leren de deelnemers de theoretische concepten toe te passen op hun persoonlijke taalleerproces en dit proces aldus op een wetenschappelijk niveau te begrijpen. Daarnaast maken zij kennis met de belangrijkste onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden binnen het onderzoek naar eerste en tweede/vreemde taalverwerving. De studenten leren bestaande onderzoeksliteratuur over het onderwerp te begrijpen en kritisch te beoordelen. Binnen het college bespreken we verschillende methodologische benaderingen en de studenten proberen die vervolgens tijdens het college uit om zo de voor- en nadelen van deze benaderingen te kunnen beoordelen. In deze cursus hebben deelnemers de mogelijkheid om – in groepsverband - een ​​klein empirisch onderzoek op het gebied van de tweede/vreemde taalverwerving op te zetten, uit te voeren en erover te reflecteren.