Aan het einde van de cursus kan de student:
- de ontwikkeling van de Duitse taal plaatsen in de grotere context van de ontwikkeling van de aan het Duits verwante (west)germaanse talen;
- het typisch taaleigene van het Duits onderscheiden van het taaleigene van deze verwante talen ("wat maakt het Duits tot Duits?");
- interne en externe factoren benoemen die op de ontwikkeling van de Duitse taal van invloed zijn geweest, en die aan de hand van tekstvoorbeelden aantonen;
- op basis van talige 'markers' een gefundeerde inschatting maken van de ontstaanstijd (naar periode) en het ontstaansgebied van een Duitse tekst (tot en met de vroegnieuwhoogduitse periode);
- beargumenteren welke culturele factoren invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het (standaard-) Duits en hoe omgekeerd de ontwikkeling van het (standaard-) Duits invloed heeft gehad op de Duitse samenleving;
- in Kurrent geschreven en in Fraktur gedrukte teksten lezen en transcriberen.
|
|
In deze cursus wordt ingegaan op de ontwikkeling van het Duits van zijn vroegste fases tot de vroege nieuwe tijd. Theorieën over de inbedding van het Duits in de Indo-Europese taalfamilie en de ontwikkeling van het "Indo-Europees" komen daarbij aan bod. Er wordt onderzocht wat "Duits" nu eigenlijk betekent, wat enerzijds het Duits met zijn buurtalen gemeenschappelijk heeft en waardoor het anderzijds een aparte plaats binnen de Germaanse talen inneemt.
Thema's zullen o.a. zijn: Lautverschiebung, Niederdeutsch und Hochdeutsch, Alt-, Mittel- und Frühneuhochdeutsch, de invloed van de boekdrukkunst en van Maarten Luther op het Duits, Sprachgesellschaften, synchrone en diachrone taalkunde en taalverwantschappen. Aan de hand van teksten uit de Oud-, Middel- en Vroegnieuwhoogduitse periode zullen we het taaleigene van de betreffende periode ontdekken en afzetten tegen de reeds besproken periodes.
Omdat oudere taalfases uitsluitend door geschreven (en later ook: gedrukte) bronnen benaderbaar zijn, zal in de cursus ook ruim aandacht besteed worden aan de ontwikkeling van het schriftsysteem, met name aan de Duitse Kurrent en de Fraktur. Door middel van wekelijkse oefeningen leren de studenten teksten in Kurrent en Fraktur te lezen.
Tenslotte is er aandacht voor het taaltypische van het Derde Rijk. Aan de hand van LTI van Viktor Klemperer en fragmenten van toespraken van Joseph Goebbels onderzoeken we hoe het communicatie-instrument 'taal' ingezet is als propaganda-instrument. Bijzondere aandacht zal daarbij besteed worden aan idioom en retorica. Vanuit deze context zal een link gelegd worden naar het huidige taalgebruik in politiek en reclame.
|
|
|
|
|
|
|