Na afloop van deze cursus kan de student:
- de invloed van de materiële en performatieve kenmerken van kunst- en cultuuruitingen op de overdracht en educatie van die uitingen beschrijven en analyseren;
- aan de hand van concrete voorbeelden uit de beeldende kunsten een onderbouwd voorstel doen voor de overdracht of educatie van deze objecten;
- aan de hand van concrete voorbeelden uit de podiumkunsten een onderbouwd voorstel doen voor de overdracht of educatie van deze op- of uitvoeringen.
|
|
De vraag die centraal staat in deze cursus is op welke manier kunst en cultuur aan een publiek worden gepresenteerd en welke rol jij als toekomstig academisch opgeleid professional (docent, educator, programmeur, conservator, beleidsmaker) daarbij hebt. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat je als afgestudeerde afgewogen keuzes kunt maken in de onderwerpen en benaderingen van de overdracht van kunst en cultuur. Deze kwestie raakt aan de vraag hoe je actuele maatschappelijke discussies verbindt aan jouw wetenschappelijke kennis van de kunsten en onderzoek daarnaar. De cursus is verplicht voor studenten van de Tweejarige Educatieve Master Kunstgeschiedenis en CKV en ook toegankelijk voor studenten van de Master Kunst- en cultuurwetenschappen.
De cursus bestaat uit een afwisseling van gastcolleges door een expert over een kunstobject of -stroming, waarna we in een volgend college gezamenlijk nadenken over de manier waarop dit object, voorstelling of praktijk en het onderzoek ernaar “educatief kan worden gemaakt” in een school of culturele instelling. Aan het slot van de cursus werk je een van deze perspectieven uit tot een paper van ca. 6.000 woorden met een klein onderzoek naar een kunstobject, voorstelling of culturele praktijk en een educatieve vertaling daarvan in de vorm van een les, lesbrief of andere educatieve activiteit.
|
 |
|
BA-diploma Kunstgeschiedenis of Algemene cultuurwetenschappen.
|
|