In de scriptie laten de studenten zien dat zij zelfstandig in staat zijn om de tijdens de opleiding verworven kennis en vaardigheden toe te passen bij het beantwoorden van een onderzoeksvraag.
Meer concreet houdt dat in dat de student:
• in staat is om een concreet probleem in een breder onderzoekskader te plaatsen;
• de relevante literatuur over het onderwerp kan vinden, kritisch verwerken en de relevantie voor het eigen specifieke onderzoek kan bepalen;
• in staat is om een heldere onderzoeksvraag (die voortvloeit uit de aanleidingen en de theorie) te formuleren en vervolgens een beargumenteerde keuze te maken voor de onder-zoeksmethode die het meest geschikt is om de vraag te beantwoorden;
• vervolgens in staat is om volgens die methode de benodigde gegevens te verzamelen en te analyseren;
• tevens in staat is om die gegevens te interpreteren, niet alleen in het licht van de onder-zoeksvraag, maar ook binnen het bredere theoretisch kader;
• in staat is een conclusie uit de analyse te trekken en aanbevelingen voor vervolgonderzoek te doen;
• in staat is om een helder onderzoeksverslag (in goed Duits/Nederlands) te schrijven waarin alle relevante informatie wordt weergegeven.
|
 |
|
De student doet onder begeleiding van een wetenschappelijke begeleider onderzoek naar Duits-Nederlandse verbindingen. Hierbij wordt een zwaartepunt binnen één van de volgende kaders gekozen: economie en recht, geschiedenis en politiek, interculturaliteit en communicatie.
De scriptie heeft een studielast van 27 studiepunten en een omvang van minimaal 90 en maximaal 110 pagina's inclusief een samenvatting van ca. 10 pagina's in de andere taal dan waarin de scriptie is geschreven (Duits of Nederlands).
|
|
|
|
|
|