Na afloop van de cursus ben je in staat om:
- relevante wetenschappelijk literatuur rond een historisch thema te zoeken en selecteren;
- vanuit een onderzoekende houding deze literatuur te analyseren en opvattingen uit deze literatuur met elkaar in verband te brengen;
- onder begeleiding van de docent een afgebakende, relevante historische vraagstelling te formuleren;
- deze vraagstelling te beantwoorden in de vorm van een wetenschappelijk betoog, in correct Nederlands, met een heldere argumentatiestructuur en met adequate annotatie;
- adequaat feedback te geven op de argumentatie en het betoog van mede-studenten en feedback op je eigen werk te verwerken.
|
|
Gebruikmakend van de historische kennis uit het vak Nederlandse Geschiedenis wordt in deze cursus geoefend met en gereflecteerd op het schrijven van een analyse van wetenschappelijke vakliteratuur en enkele historische bronnen rond een centraal thema.
Het historisch werkstuk is het grootste schriftelijke werkstuk in het eerste jaar. Centraal staat de in de tijdvakkencursussen geoefende vaardigheid van het analyseren van wetenschappelijke teksten en bronnen. Ook moeten studenten zelf materiaal zoeken en selecteren.
Het eindproduct is een werkstuk van 2000 woorden, gebaseerd op 150 pagina’s literatuur, die in een coherent betoog worden geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Behalve om inhoud gaat het bij dit werkstuk ook om een goede taalbeheersing en toepassing van annotatieregels. Het werkstuk maakt onderdeel uit van het schrijfdossier.
|
|
|
|
|
|