Na afloop van de cursus ben je in staat om:
- de hoofdlijnen en kernbegrippen van de politieke, sociale, economische en culturele geschiedenis van de Middeleeuwen in Oost en West te beschrijven en met elkaar in verband te brengen;
- je kennis van en inzicht in deze geschiedenis in te zetten bij de beantwoording van door de docent aangereikte studieopdrachten;
- de basisvaardigheden van een historicus zelfstandig toe te passen en er op te reflecteren, meer in het bijzonder
- het zoeken, selecteren en met een kritische en onderzoekende houding verwerken van literatuur, bronnen en bibliografische hulpmiddelen
- het samenvatten en analyseren van (academische) literatuur en bronnen
- het opbouwen van een in correct Nederlands geschreven academische tekst
- de verworven kennis en inzichten mondeling en schriftelijk tot uitdrukking te brengen, in correct Nederlands
|
|
De vier tijdvakcursussen in het eerste jaar hebben een dubbele functie in het curriculum. Enerzijds wordt uit hoorcolleges en handboek basiskennis over de geschiedenis van de vroege Oudheid tot heden verworven. In deze cursus staan de belangrijkste concepten, ontwikkelingen, personen en gebeurtenissen van de late middeleeuwen centraal. Anderzijds worden basisvaardigheden van de historicus besproken en geoefend in werkcolleges en leertaken.
|
|
|
|
Schriftelijk tentamen: 100%
Tentamen gelegenheden: PER 4
Minimum cijfer: 5,5
|
|
|