Na afloop van de cursus:
- kun je uitleggen waarom religiegeschiedenis essentieel is voor historisch onderzoek;
- heb je kennis van en inzicht in de cultuurhistorische benadering van religie, opgevat als onderdeel van de identiteit van mensen;
- ben je in staat de relatie tussen geloof en geweld historisch te beschouwen, door parallellen te trekken tussen hedendaagse discussies en situaties uit het verleden;
- ben je in staat om primaire bronnen vanuit relevante religiehistorische vragen met behulp van concepten te analyseren;
- ben je in staat in groepsverband presentaties te geven over religieuze vraagstukken en aan de discussie deel te nemen;
- kun je schriftelijk de in deze cursus opgedane kennis en inzichten presenteren.
|
|
In onze geseculariseerde samenleving lijkt religie soms ver weg, maar niets in minder waar: de overgrote meerderheid van de wereldbevolking is religieus. Ook in Nederland zien we regelmatig discussies die draaien om geloof en religieuze verschillen, zoals het debat over het dragen van hoofddoekjes of de bouw van minaretten, de protesten tegen abortus en homoseksualiteit vanuit orthodoxe-christelijke hoek, religieus extremisme in binnen- en buitenland (denk aan de Syriëgangers), en de opvang van migranten uit niet-Westerse landen. In deze cursus leer je deze hedendaagse debatten historisch te duiden. Immers, de omgang met religieuze diversiteit en de daaruit voortvloeiende spanningen kent een veel langere geschiedenis. Juist als historicus kun je daarom een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie rondom de rol van religie. Hoe probeerden mensen in het verleden om te gaan met religieuze spanningen, en wat zouden we daarvan kunnen leren?
Deze vragen zullen we beantwoorden aan de hand van een concreet thema: ‘Geloof en geweld in de Lage Landen, 1500-1800’. Juist de vroegmoderne tijd is een interessante periode om het verband tussen geloof en geweld te onderzoeken. De Reformatie van de zestiende eeuw spleet het christendom in rivaliserende groepen protestanten en katholieken, die elkaar te vuur en te zwaard bestreden. Ook in de Nederlanden brak in 1568 een burgeroorlog uit, door historici tegenwoordig bestempeld als ‘de Opstand’. In deze cursus maak je nader kennis met de religieuze verdeeldheid waarin de noordelijke en zuidelijke Nederlanden belandden. We zullen stilstaan bij de rol van haatpredikers, geweld tegen afbeeldingen en religieus andersdenkenden, ideeën over martelaarschap, en de eerste grote vluchtelingenstromen. Daarnaast bestuderen we de oplossingen die men vond voor de religieuze verdeeldheid, met name in de Republiek.
De hoorcolleges bieden verdiepende kennis over deze cruciale periode. In de werkcolleges ga je vervolgens zelf aan de slag: iedere week vinden groepspresentaties en een discussie plaats, waarin een actueel religieus debat historisch wordt beschouwd vanuit de vroegmoderne periode. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? En valt er lering te trekken uit de missers en successen van vroeger? Daarnaast is er in de werkcolleges ruime aandacht voor het werken met bronnen uit de vroegmoderne tijd, waaronder egodocumenten en visuele en materiële bronnen, om zo dieper inzicht te krijgen in processen van geloof en geweld.
|
 |
|
|
|
|
|