1) kennis van de belangrijkste geschiedenisfilosofische posities;
2) kennis van de relatie tussen de filosofie van de geschiedenis en de geschiedeniswetenschap;
3) kennis van de relatie tussen de theologie van de geschiedenis en de filosofie van de geschiedenis;
4) ontwikkelen van een zelfstandig standpunt ten opzichte van de materiële en formele problemen van de filosofie van de geschiedenis. |
|
Waarom hebben mensen een behoefte om een structuur, een patroon of een wetmatigheid in de geschiedenis te ontwaren? Kunnen wij uit het verleden leren, is de geschiedenis de leermeesteres van het leven ("historia magistra vitae")? Bestond de geschiedenis "in enkelvoud" altijd al? Vertelt de geschiedenis een verhaal, heeft zij dus een narratieve vorm en waar komt deze vandaan? Hoe verhouden zich deze filosofisch-speculatieve vragen tot de wetenschappelijke geschiedschrijving? Kunnen wij ook zonder de filosofie van de geschiedenis omdat deze een ideologisch karakter zou hebben? Filosofen en historici kunnen deze vragen niet onbeantwoord laten. Het college heeft drie onderdelen: Een uitvoerige inleiding in de problematiek; een overzicht over de materiële filosofie van de geschiedenis (de voornaamste posities); een discussie over de formele (wetenschapstheoretische en antropologische) aspecten van de filosofie van de geschiedenis. |
|