Na afloop van deze cursus zijn studenten in staat om:
- de belangrijkste ontwikkelingen in de geschiedenis van de cultuurgeschiedschrijving te beschrijven;
- de doelstellingen, thema’s, concepten, determinanten, methodes, bronnen en stilistische kenmerken te beschrijven en te herkennen die typerend zijn voor specifieke cultuurhistorische benaderingen;
- cultuurhistorische thema’s, concepten en methodes toe te passen in afgebakende onderzoeksprojectjes;
- aan de hand van voorbeelden inzicht te geven in enkele grote thema’s en ontwikkelingen in de geschiedenis van de Europese stedelijke cultuur.
|
|
De cursus biedt een introductie in de geschiedenis van cultuurgeschiedschrijving sinds Jacob Burkchardt en Johan Huizinga tot heden aan de hand van zeven belangrijke thema’s/benaderingswijzen: van de klassieke cultuurgeschiedenis, historische antropologie, new cultural history tot en met de geschiedenis van herinneringen en de geschiedenis van emoties. Elke week staat één thema/benaderingswijze centraal, ingekaderd in de cultuurgeschiedenis van Europese steden (o.a. renaissance Florence, revolutionair Parijs, negentiende-eeuws Londen, tot eigentijds Berlijn). Aan de hand van het bekende handboek van Peter Burke, Wat is cultuurgeschiedenis en een selectie van canonieke cultuurhistorische case studies verwerven studenten niet alleen kennis van en inzicht in de doelstellingen, thema’s, concepten, determinanten, methodes, bronnen en stilistische kenmerken die typerend zijn voor diverse cultuurhistorische benaderingen, maar leren zij verschillende benaderingen ook toe te passen in eigen (scriptie)onderzoek.
|
 |
|
|
|
|
|