In deze cursus bestuderen we de rol die geschiedenis – en het wetenschappelijk onderzoek hierover – speelt en kan spelen in de maatschappij. De focus ligt daarbij expliciet op de relatie tussen heden en verleden. Concreet vragen we ons af wat historici te bieden hebben aan de samenleving, en hoe geschiedenis wordt ge- en misbruikt om hedendaagse kwesties te duiden, te rechtvaardigen of net te ondergraven.
Binnen dit kader bekijken we een aantal methodologische, theoretische, conceptuele en historiografische vragen en problemen die gepaard gaan met historisch onderzoek over de relatie tussen heden en verleden. De aandacht gaat onder meer uit naar:
- de tijds- en plaatsgebondenheid van de historicus, waardoor de kijk op het verleden is gekleurd door actuele problemen en concepten uit de tijd en context van de historicus;
- de doorwerking van het verleden in het heden: is er sprake van (dis)continuïteit tussen heden en verleden, met betrekking tot bijvoorbeeld economische omstandigheden, sociale verhoudingen, sociale categorieën, instituties, tradities, opvattingen of concepten?
- het gebruik van verwijzingen naar de geschiedenis om inzicht in het heden en mogelijk toekomstige ontwikkelingen te verkrijgen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door zich tegen het verleden af te zetten of juist zich eraan te spiegelen, door vergelijkingen te trekken, door processen van verandering uit het verleden door te trekken naar de tegenwoordige of toekomstige tijd, of door met behulp van het verleden nieuwe vragen aan het heden te stellen.
Concrete onderwerpen kunnen zijn:
- Historische 'pad-afhankelijkheid'
- Het concept ‘historische tijd’
- Herinneringsgemeenschappen
- Geschiedenis en identiteit vanuit de marge
- Problemen van geschiedenis in dienst van de moderniteit
- Vererfgoedisering en moraal
|