Na afloop van deze cursus:
-
Heb je kennis van de verschillende categorieën historisch onderzoek in opdracht;
-
Ben je vertrouwd met de mogelijkheden en valkuilen van historisch onderzoek in opdracht;
-
Weet je hoe je geschiedkundige thema’s op een publieksgerichte manier kunt presenteren, en welke obstakels daarmee gepaard gaan;
-
Heb je inzicht in de beroepsethiek van historici, en hoe je deze kan bewaken;
-
Kun je zelf inschatten wat voor mogelijkheden/problemen een bepaalde opdracht zou opleveren, en hoe je hiermee kunt omgaan;
-
Kun je hierover reflecteren en (mondeling en schriftelijk) verslag brengen.
|
|
In deze cursus gaan we dieper in op de vragen die vanuit de samenleving worden gesteld aan historici. Regelmatig wordt vanuit het maatschappelijk veld beroep gedaan op geschiedkundigen om bepaalde thema’s te onderzoeken of te duiden (al dan niet tegen betaling). Vaak dient het resultaat hiervan op een publieksgerichte manier te worden gepresenteerd. Op basis van een breed palet aan praktijkcasussen waarmee de verschillende docenten zelf te maken hebben (gehad), biedt deze cursus een theoretisch en praktisch kader bij de omgang met dit soort historisch onderzoek in opdracht/op bestelling. Verschillende categorieën ‘opdrachtgevers’ komen hierbij aan bod: de overheid, de media, de bedrijfswereld, groepen en individuen, onderwijs en educatie, erfgoed,...
In blokken van drie colleges per docent (2 hoorcolleges + 1 werkcollege) maken studenten kennis met de mogelijkheden en valkuilen van historisch onderzoek in opdracht. In één blok wordt tijdens hoorcollege 1 het theoretisch kader geschetst bij een bepaalde categorie onderzoek in opdracht. In hoorcollege 2 wordt dan een specifieke casestudy binnen deze categorie besproken. In het werkcollege gaan studenten zelf aan de slag met gelijkaardige casussen en literatuur.
In elk blok staan een aantal terugkerende thema’s centraal:
-
Kansen/successen m.b.t. onderzoek in opdracht;
-
Moeilijkheden/problemen m.b.t. onderzoek in opdracht;
-
De beroepsethiek van de historicus;
-
De omgang met objectiviteit/subjectiviteit;
-
De relatie met opdrachtgevers;
-
De zin en onzin van verschillende soorten onderzoek;
-
De publieksgerichtheid;
-
De ‘vererfgoedisering’ van het verleden;
-
…
|
|
|