Na afloop van de cursus ben je in staat om:
- Een in de vakwetenschappelijke discussie gesitueerd onderwerp vanuit een relevante vraagstelling te bepalen;
- Relevante bronnen en actuele secundaire literatuur methodisch bijeen te brengen en te analyseren;
- Op het niveau van de vakdiscussie, een historisch-wetenschappelijke argumentatie op te zetten en uit te voeren;
- Een methodisch argumenterend, interpreterend en/of synthetiserend betoog te ontwerpen;
- Dat betoog ordelijk, helder en volgens de regels van wetenschappelijke verantwoording te presenteren.
|
|
De aan de masterscriptie te stellen eisen volgen uit de doelstellingen van de masteropleiding Geschiedenis: het verwerven van een vakwetenschappelijke kennis van de geschiedenis, ten behoeve van een maatschappelijke taakvervulling vanuit een gevorderde historische deskundigheid en als basis voor het kunnen verrichten van historisch onderzoek.
De algemene norm voor een masterscriptie is dat deze laat zien dat je in staat bent tot een interpretatie van het wetenschappelijk debat op het betreffende vakgebied. Dat betekent dat je het gekozen onderwerp en de vraagstelling weet in te passen in de actuele stand van kennis en discussie in het vakgebied. De scriptie laat zien dat je onder begeleiding in staat bent tot het opzetten en uitvoeren van een historisch betoog. Daarin toont je, naast beheersing van algemene wetenschappelijke vaardigheden, inzicht in het specifieke karakter van je afstudeerrichtingen binnen de historische discipline. De scriptie komt tot stand op basis van bronnen en moderne secundaire literatuur.
Maatstaven voor de masterscriptie:
- Een omvang van ca. 15.000 woorden hoofdtekst, (exclusief titelblad, inhoudsopgave, voetnoten, literatuur- en bronnenlijst en niet zelf geproduceerde bijlagen), op basis van ten minste 2500 pagina's bronnen en vakliteratuur (boeken en tijdschriftartikelen), gespreid over ten minste 10 titels.
- De masterscriptie omvat een inleiding met een heldere, aan de stand van wetenschappelijk debat gerelateerde probleemstelling en een verantwoording van de gebruikte methoden en concepten; gevolgd door een logisch en ordelijk verlopend betoog dat leidt van de probleemstelling naar de conclusies. Taalgebruik en presentatie zijn correct en in wetenschappelijke stijl. De annotatie en opgave van bronnen en literatuur zijn conform de regels van Geschiedenis Schrijven!
- Het oordeel over de scriptie hangt behalve van de onder (1) en (2) genoemde algemene eisen af van de kwaliteit van de probleemstelling, de analyse- en interpretatiemethoden en het betoog, en van de mate van zelfstandigheid die de student toont in de uitvoering van het onderzoek.
|
 |
|
|
|
|
|